dikker te gieten. De firma Petit en Fritsen past deze
methode den laatsten tijd met veel succes toe, waarvan de
nieuwe klokjes in de beiaarden te Rotterdam, St. Laurens-
toren en te Kampen, Nieuwe toren, getuigen.
Het feit, dat de klokkengieters hun methode van werken in
de meeste gevallen slechts aan hun naaste betrekkingen
mededeelden, heeft tengevolge, dat soms eeuwen lang in
opvolgende generaties dezelfde naam als gieter voorkomt
en ook soms een geheele familie tegelijkertijd het beroep
uitoefent. Zoo komt van 1450-1550 de beroemde naam
De Wou of Van Wou voor met Johan, Willem, Gerhardus
of Geert, welke laatste in zijn tijd wel als de evenknie van
Hemony is te beschouwen. In denzelfden tijd goten Jan en
Willem Hoerken en Jan, Jacob en Grades de (of van)
Venlo.
In de 15e en 16e eeuw is de familie Waghevens vertegen
woordigd met de namen: Simon, Pieter, Joris, Medardus,
Jan, Jacob, Georgino en Cornelis; van Trier in hetzelfde
tijdvak met: Georgius, Hendrick, Peter, Franciscus en
Christoffel en de Moer's met: Gobel, Jan en Jasper. In de
15e eeuw werkten de Butendick's: Aerent, Gheryt en Ste
ven; in de 16e eeuw Tolhuis: Jan en Willem; Both: Tho
mas en Gerard; de Borch: Anton, Hans en Heinricus, en
de Wegewart's: Willem, Hendrik en Coenraat 1550—
1660) in de 17e eeuw, behalve de Hemony's, Johan,
Michael en Jan Burgerhuis en Claude en Mamertus Fre-
my; in de 18e eeuw Jac. en Georgius Dumery, Jan Chris-
tiaan en Pieter Seest. De kroon in uitgestrektheid van
opvolging spant de familie Van den Gheyn van begin 16e
eeuw tot in de 19e eeuw, met de namen: Jan 2 X (16e en
17e eeuw), Peeter 2 X (16e en 17e eeuw), Hans 17e eeuw,
Matthias, 17e eeuw en Andreas 18e en 19e eeuw. Tijd-
genooten van de laatste waren: Jean, Henricus en Alexis
Petit; in de 19e eeuw werkten A. L. J. en Severinus van
Aerschodt (de familie Fritsen werkt nu reeds in drie ge
slachten, evenals de familie Van Bergen). Hiernaast zijn
eenige namen van gieters te noemen, die eenmaal vertegen
woordigd zijn: bijv. Ardiaen Steylaert, 16e eeuw, Melchior
de Haze, Jacob Noteman, 17e eeuw, Christiaan Borchhart
40