klokkengieter Cyril F. Johnston te Croydon, getiteld „the
art of tuning carillon bells" (de kunst van het stemmen
van beiaardklokken). Met een fijn lachje werden de con
gresleden echter bij den neus genomen, met veel woorden
zei de spreker: niets. De lichtbeelden waren foto's van ons
allen welbekende Nederlandsche torens.
Ook Frangois Hemony schijnt niet zijn volledige weten
schap geopenbaard te hebben, blijkens een nagelaten brief
van 25 Maart 1680 van zijn dochter Margaretha aan An-
thonius de Looze, den prelaat van de abdij te Eenaem,
over haar neef Fremy: „onse cosyn Mamertus Fremy
heeft de plaats van oom zaliger noch niet becomen; maer
sien goede aparentie om daar toe te geraecken, alsoo hy,
naer 't oordeel ende naer gelaeteii attestatie van oom de
beste werckman is, die hy oyt heeft onderwezen; ofl hy
nu bequaem is tot accorderen, daer van hebben wy geen
experientie; ick twiffle seer ofte oom hem het uytterste
sekreet sal geleert hebben; daerom can hem in die quali-
teit niet recommandeerenhet can nogtans syn, dat hy
door het gedurich bywesen dit heeft afgesien."
Het is bekend, dat de Hemony's een staafspel bij het stem
men gebruikten.
Van Geert van Wou, die anderhalve eeuw vroeger werkte,
weten we, dat hij staven bezat „om die Clocken te hoeren
of ze goed van accoord" waren. Te betwijfelen is echter
of deze meester in het „klokkengieten op toon" ook reeds
de kunst van het stemmen verstond, want de klokken die
Hemony waardig keurde om bij de zijne te gebruiken zijn
uitsluitend groote, de kleinere zijn alle door hem versmol
ten, zoodat de gevolgtrekking voor de hand ligt, dat zij niet
al te zuiver waren. De moeilijkheid om klokken op toon
te gieten neemt ook toe, naarmate de grootte afneemt.
Zelfs Frans Hemony waagde zich niet gaarne aan het leve
ren van klokjes hooger dan c3, hoewel hij in het bijstem-
men meesterschap had verworven. Zijn broeder Pierre
heeft zich later meer toegelegd op het maken van kleine
klokjes. Bij Hemony neemt na een zeker minimum de dia
meter niet meer af, zooals bij de moderne gieters, doch
hij verkreeg een grootere toonhoogte door de klokwanden
39