D e tegenwoordige sierlijke vorm, dien de klok in de
bloeiperiode der gietkunst in de 17e eeuw kreeg, is langza
merhand in den loop der eeuwen ontstaan, (zie Fig. 2—6)
Men noemt de verschillende deelen van de klok naar de
menschelijke lichaamsdeelen en spreekt van den „schedel",
het gewelfde bovenste deel, waarop bevestigd is: de kroon
HOOFDSTUK II
ONTWIKKELING VAN DEN KLOKKE-
VORM EN DEN KLOKKET OON
of de „ooren", waaraan de klok hangt; van den „schou
der", de ombuiging van het bovenste deel naar den zijwand,
die het „lichaam" genoemd wordt; van den „voet", het
onderste deel, waarop de klok, voor zij opgehangen wordt,
rnULVuTT
23
een, bestaande uit drie aan
elkaar geklonken platen, ver
moedelijk uit 613.
Fig. 2. Klok -in den vorm
van een koebel. Het Stedelijk
Museum in Keulen bezit er
Fig. 3. Klok uit 1159, een
der oudst bekende gego
ten klokken.