bosch hebben ook veel bijgedragen om Denijn in ons land
meer bekend te maken. Het aanvankelijk verzet, dat zijn
streven hier te lande ondervond (n.b. om onze beiaarden
beter bespeelbaar te maken), is in den loop der jaren
overwonnen, ondanks de felle critiek in couranten en vak
bladen. Er heeft omstreeks 1916 een hevige pennestrijd
gewoed pro en contra broek- en tuimelaarsysteem, dien
we nu stilzwijgend voorbij kunnen gaan, omdat de tuime
laar het, dank zij de grootere muzikale mogelijkheden,
welke hij biedt, door het spel der beiaardiers glansrijk
heeft gewonnen. Tegenwoordig zal niemand meer een nieu
wen beiaard inrichten of een bestaanden herstellen, zonder
van de verbeteringen gebruik te maken, die Denijn heeft
aangebracht.
Gelukkig heeft Denijn, evenals zijn 17e en 18e eeuwschei
collega's gezorgd, dat zijn kunst niet met hem verloren
ging. In 1922 werd zijn streven bekroond met de oprich
ting van de Mechelsche beiaardschool, die door het Rijk,
de Provincie en de Gemeente financieel gesteund wordt.
Veel heeft Denijn te danken gehad aan den Amerikaan-
schen schrijver en klokkenvriend William Gorahm Rice,
die door zijn geestdriftige propaganda in de Nieuwe We
reld daar belangstelling voor de beiaardkunst heeft ge
wekt, waarvan belangrijke giften voor Denijns troetelkind,
zijn school, het gevolg waren.
Door al dezen steun is het mogelijk geworden het onder
wijs kosteloos te geven; het omvat de vakken: beiaardspel,
trommelversteken, beiaardbouw, harmonie- en compositie
leer. Denijn werd in het lesgeven bijgestaan door Staf
Nees, die hem na een 50-jarige ambtsvervulling als stads-
beiaardier opvolgde en door Jef van Hoof, den bekenden
Vlaamschen componist, voor de vakken harmonie en com
positie. De cursus duurt drie jaar en wordt bij voldoende
resultaten afgesloten met het eindexamen, dat wordt afge
nomen door de leeraren der school, benevens autoriteiten op
muziek- en beiaardgebied, o.a. Dr. William Woodjng Star-
mer (in leven docent in de klokkenkunde aan de universi
teit te Birmingham), Aug. de Boeck (directeur van het
conservatorium te Antwerpen), Jules Vandeplas (leeraar
126