toetsen. In ons land werd vroeger bijna uitsluitend het
„orgelpedaal" (zie afb. 41) toegepast, hetgeen waarschijn
lijk zijn oorsprong vond in het feit, dat in ons land de
meeste beiaardiers tevens organisten waren. Het heeft veel
overeenkomst met het pedaalklavier van het orgel. De toet
sen hebben hun draaipunt onder de zitbank. Aan het eind
van den toets, dat onder de handtoetsen ligt, is de trek-
draad bevestigd, waarmede het pedaal via een tuimelaar
aan het manuaal is gekoppeld. Door deze inrichting ligt
het aanslagpunt tusschen het draaipunt en het trekpunt.
Men behoeft niet veel technisch inzicht te bezitten, om in te
zien, dat hierdoor de aanslag aanmerkelijk verzwaard en
de beheersching van den klepel bemoeilijkt wordt.
Een beter effect bereikt men met het „beiaardpedaal",
(zie afb. 38) waarvan de toetsen functioneeren als de
handtoetsen; de draaipunten van manuaal- en pedaaltoet-
sen liggen hier onder elkaar en men trapt met de punt van
den schoen op het eind van den toets, dat naar den speler
toe gekeerd is. De pedaaltoetsen werken evenals de hand
toetsen als éénarmige hefboomen, waardoor er éénheid in
de behandeling van beide klavieren bestaat. De lange toet
sen zijn over hun geheele lengte 4 cm breed en 4 cm dik
en steken 17 cm buiten het klavier uit. De korte toetsen
hebben dezelfde breedte en dikte, doch steken slechts
10 cm buiten het raamwerk uit. Dit gedeelte is aan den
bovenkant verdikt met een klos van 10 X 10 X 4 cm.
De afstand tusschen de lange toetsen is 8.6 cm. Ilen-erbin-
ding met de handtoetsen komt tot stand door een zooge-
naamden tuimelaar, d.i. een stevige ijzeren staaf, die met
de afgedraaide einden in lagers rust; loodrecht boven den
pedaaltoets heeft zij een zijarm, die door een trekstang met
dezen toets is verbonden. Juist onder den handtoets heeft
zij een tweeden arm, die aan den voorkant slag ge
draaid is; in dit gedeelte is een gat, waarin de stang, die
den tuimelaar met den handtoets verbindt, gemakkelijk
moet kunnen schuiven. Deze tuimelaar wordt door een
veer omhoog gehouden, waardoor de pedaaltoets niet mee
naar beneden gaat als de correspondeerende handtoets
neergedrukt wordt, (zie afb. 38)
105