gels; aan de bovenste zijn de draaipunten der handtoetsen,
aan de onderste die der pedaaltoetsen bevestigd. Aan de
voorzijde zijn de stijlen vanonder door twee regels verbon
den, die den diepgang der pedaaltoetsen, d.i. de afstand,
waarover deze zicb bewegen, bepalen. Van boven bevindt
zich tusschen de zijstukken een ijzeren frame, bestaande
uit drie strippen van 3 cm breedte en 1.5 cm dikte, welke
onderling verbonden zijn door stukken rond staafijzer van
2.3 cm doorsnede, die dienen voor geleiding der toetsen. De
afstand tusschen de bovenste en de middelste strip is 8 cm,
van de middelste tot de onderste 10 cm; daar breedte en
dikte van de toetsen 2.4 cm is en de bovenkant van de
sleuf, waarin de toets zich beweegt, met 4 mm dik vilt is
bekleed, volgt hieruit, dat de diepgang der korte toetsen
5.2 cm en die der lange toetsen 7.2 cm is. De lange toetsen
steken 13 cm buiten het frame, de korte 7 cm. Dit deel
is taps gemaakt van volle breedte bij het frame tot
1.8 cm aan den voorkant en aan het eind bolrond afge
draaid. De lange toetsen liggen op één lijn en komen over
één met de witte toetsen van de piano, de korte liggen 8 cm
hooger en zijn volgens de verdeeling van de zwarte toetsen
der piano gerangschikt. De afstand tusschen de toetsen
bedraagt 4.8 cm van hart tot hart. De lengte der lange
toetsen is 55 cm, die der korte 49 cm. Zij werken als één-
armige hefboomen. De lange toetsen draaien op een ge
meenschappelijke as, de korte eveneens, doch deze liggen
8 cm hooger dan de eerste. Op 33 cm afstand van het
draaipunt bevindt zich in eiken toets een schroefoog met
het oog naar boven, dat in een ijzeren plaatje draait, dat
van onder tegen den toets is geschroefd. Het schroefoog
dient om den trekdraad aan den toets te bevestigen en om
aan dien draad de juiste lengte te geven. Vroeger werd de
trekdraad door middel van een vast oog aan den toets be
vestigd en was de lengte dus niet regelbaar. Later heeft
men in de draadverbinding een spanwartel (fig. 12b) ge
monteerd. Dit veroorzaakte echter zijdelingsche slingering
van den draad, waarom door Denijn de eenvoudige oplos
sing van het draaibare schroefoog is toegepast.
De pedaaltoetsen hebben een anderen vorm dan de hand-
104