formidabel. Door de houtconstructie van de wanden
wordt de groote lengte nog geprononceerd, want de
horizontale planken worden gepotdekseld (met een
kleine overlap over elkaar gespijkerd) waardoor elke
plank een sprekend relief krijgt.
Het woonhuis, aanvankelijk op Brabantsche wijze on
der dezelfde kap gebouwd, wordt uit steen opgetrok
ken. Enkele kleine boerderijtjes hebben dit type nog,
maar op de grootere bedrijven wordt het al spoedig
een geheel zelfstandig onderdeel. Het materiaalverschil
en de schaalverandering van huis en schuur, plaatsten
den boerentimmerman voor een probleem, dat moeilijk
op te lossen is. Den schoonen vorm van den Frieschen
halsgevel heeft hij nooit toegepast, maar radicaal hakte
hij den knoop door en bouwde het woonhuis los op
het erf. Dikwijls vinden wij ongemeen fraaie voor
beelden van deze huizen, zooals het huis op de foto,
dat prachtig is van vorm en kleur, al is het wat een
zaam op het groote erf komen te staan, door het om
hakken van de begroeiing, die er vroeger geweest is.
Vooral de beplantingen, tezamen met een paar losse
bijgebouwen geven de Zeeuwsche boerderijen zulke in
teressante ruimtewerkingen. Dat is trouwens altijd een
sterke zijde van de Zeeuwsche architecten geweest.
Kijk maar eens naar stadjes als Zierikzee en Goes. Ge
weldig ruimtelijk zijn ze gedacht, met hun nauwe,
flauw gebogen straatjes en ruime pleinen. Het heele
Zeeuwsche land is er vol van, want waar zouden de
bouwmeesters beter het subtiele verschil tusschen
ruimte en leegte kunnen leeren, dan in de beslotenheid
van de beboomde dijken tusschen wijde polders en
langs het breede water. Natuurlijk vinden wij dit be
sef ook terug bij de boerderijen. De situatie, die in fig.
13 is geteekend is typisch Zeeuwsch. Een hobbelig
weggetje sukkelt steeds dieper het land in, rhythmisch
begeleid door de wijd uit elkaar staande knotwilgen
61