een kap, die loodrecht staat op de langsrichting van
het groote schuurdak. Aan dezen T-vorm van het dak
ontleent deze hoeve haar naam van dwarshuis. Aan
de uitvoering van de woning werd in de rijke streken
hier veel zorg besteed. Het materiaal is baksteen, de
dakbedekking voor de woning pannen, voor de schuur
riet, dat, alhoewel het brandgevaar grooter is, betere
ventilatie- en isolatie-eigenschappen heeft. Het muur
werk, in zorgvuldig op kleurschakeeringen en forma
ten gesorteerde baksteen gemetseld, geeft een diepen
warmen grondtoon voor de tintelende groene en witte
kleuren van de luiken en de stevige kozijnen. Bij alle
frischheid, die aan deze boerderijen eigen is, zijn ze
toch statig door de strak symmetrische gevelbehande
ling. De voorgevel wordt ingedeeld door drie of vijf
assen. In het midden de deur, links en rechts één of
twee ramen, naar gelang de grootte van het vertrek. Elk
element wordt bekroond door het kleine lage raampje
van de zolderverdieping, waardoor een zekere mate
van statige deftigheid ontstaat, die dikwijls wordt ver
sterkt door de ligging van de boerderij in het land.
De begane grondvloer van het woonhuis ligt hoog en
het geheele gebouw bovendien nog op een kleine ver
hooging. Dat is zeker geen overbodige maatregel in dit
rivierengebied. De stoepen, soms een klein trapje voor
de deur en de kleine verhooging van het terrein wer
ken ongetwijfeld mede aan de statigheid van de hoeve.
Op de weidegronden van Zuid-Holand, waar de voor
beeldige kaasboerderij (fig. 8) is ontstaan, is de ont
wikkeling weer anders geweest. De breede deel is er
teruggebracht tot een smalle voedergang tusschen de
koeien, waardoor de breedte van het gebouw aanzien
lijk vermindert en het achterhuis een lang gerekt aan
zien verkrijgt. Dat maakte het onmogelijk om het oor
spronkelijke woonhuistype onder hetzelfde schuurdak
door te trekken en de behandeling van dit gedeelte is
47