V an den Dollart tot het IJ zijn boerderijvormen in-
heemsch, die wij kunnen zien als de leden van één
familie. Het is een eeht Friesch geslacht, sterk en
kloek, met een rondborstig, soms bijna norsch karakter.
Toch schijnen de onderlinge verschillen nogal groot;
de West-Friesche stjelp en de stjelphuizingen verschil
len sterk en het halsgeveltype wijkt hier oogenschijnlijk
evenveel van af als van de Groningsche kleiboerderij.
Maar er is ook veel overeenkomst. Niet zoozeer in
vorm, maar in bouwwijze en constructie-methoden,
zoodat er geen bezwaar is om van een Friesch type te
spreken.
HOOFDSTUK III
HET FRIESCHE TYPE