HOOFDSTUK II
DE TYPEN
W ie wel eens in aanraking is geweest met de mo
derne techniek, kent haar slagwoordnormalisatie. De
Hoofdcommissie voor Normalisatie in Nederland is al
toe aan N dertien honderd en zooveel. In een van haar
eerste publicaties zal wel bekend gemaakt zijn dat N
in het vervolg normaalblad zal beteekenen. Men is
bezig om alles te normaliseerenluiers en doozenover
jassen en baksteenengrafzerken en schroefdeksels.
De dingen worden nauwkeurig congruent gemaakt,
om ze in serie te vervaardigen en alle eigen karakter
verdwijnt uit de normaalvormen. Er is geen genorma
liseerde bril voor noodig, orri te zien, hoe dof en gees
teloos de wereld er uit zou gaan zien, als men ook
kans zag om de menschen te normaliseeren. Maar dat
zal niet gelukkenhet is hoogstens mogelijk om van
een bepaald type te spreken.
Bij het woord type denken we ook aan gelijke of gelijk
soortige dingen, onverschillig of we het over menschen-
groepen, landschappen of gebouwen hebben, maar we
bedoelen iets geheel anders dan normalisatie. Type is
kenmerk; het duidt op overeenkomende karakters en
gelijke wezenskenmerkenhet heeft een eigen naam
en als Shakespeare geweten zou hebben, hoe we, al
normaliseerende, steeds meer zouden nivelleeren, had
hij gewis verzucht: „een eigen naam is heel wat!"
Het ligt voor de hand, dat we in onze nederland-
sche boerderijen enkele streektypen kunnen aanduiden,
want telkens plaatsten dezelfde behoeften den dorps
timmerman voor dezelfde problemen, zoodat de ver
schillende oplossingen telkens een overeenkomstig ka
rakter zullen vertoonen. Dit wil niet zeggen dat we
15