teekenen de gave, kloeke silhouetten van de boerde
rijen zich af tegen de schoone willekeur van geweldige
wolkenformaties. Die oude boerenbouwmeester wist
van den rijkdom van zijn land en kende de sobere
middelen van stof en vorm, die hem ten dienste
stonden.
Daarom zocht hij zijn kracht niet in groote vormen
pracht. Het deed hem de verleiding van een schoonen
schijn weerstaan en zoeken naar den simpelen een
voud, die zijn werk zoo ruig en sterk maakt. Eenvoudig
zijn onze boerderijen. Van den eersten steen in de
fundeering, tot de laatste voeg van de vorstpannen
zijn het bedrijfsgebouwen.
Alles op en aan en in een boerderij is ontstaan uit de
simpele noodzaak om beschutting te vinden voor have
en goed, als regen en koude een meer volmaakte huis
vesting dan het vrije veld noodzakelijk maken. Zelden,
en dan in een enkel detail van latere tijden, is bewust
gestreefd naar schoonheid. Daarom zijn deze gebou
wen, bij alle schijnbare achteloosheid, altijd helder
gedacht en klaar gevormd. De ordening van de ele
menten is onmiddellijk duidelijk aan ieder die deze
gebouwen betreedt. Zoo te bouwen, is zoo oud als het
bouwen zelf.
Want bouwen is ordening! Ordening van een reeks
bedrijfs- en bouwtechnische, economische- en aesthe-
tische, maar bovenal menschelijke problemen. De boe-
rentimmerman legde vooral den nadruk op de eischen
van bedrijf, geleid door practisch inzicht.
In onzen tijd probeeren veel architecten ook zoo te
bouwen en noemen dat dan nieuwe zakelijkheid, om
dat ze de gewone zakelijkheid van onze boerderijen
niet goed genoeg meer vinden. Maar de boerderijen
zijn door hun zakelijkheid ook schoon, wat van het
moderne werk niet altijd gezegd kan worden. Boerde
rijen zijn immers niet uitgedokterd op een teekenbord
12