ven en de kunstenaar meer populair en geliefd zijn". Zoover is het nog niet, maar voortgaande op den weg, die nu door velen is ingeslagen, zullen we er komen. Het is niet eenvoudig hen, die iets meer van dit on derwerp willen weten, een eenigszins compleet over zicht te geven van de litteratuur, die is verschenen. De resultaten van onderzoekingen, die volkskundigen, architecten, cultuurtechnici, taalkundigen en historici hebben gepubliceerd, vinden we nu eens als tijdschrift artikel of als een hoofdstuk van een dissertatie, dan weer als een verzameling schetsen in een gemeentelijk museum of als onderdeel van vaktechnische littera tuur. Bij de samenstelling van dit boekje werd gebruik gemaakt van publicaties en mededeelingen van A. Witteveen, S. J. van der Molen, dr O. Postma, Jan Jans, L. Brands Buys, dr L. van Roosbroek, W. Lin deman, prof. Jan de Vries, N. Goudswaard en van gegevens, die mij werden verschaft door de technische diensten van de streekplannen Limburg en Oost- Brabant. Voorts het werk van prof. dr J. H. Gallée, Het Boerenhuis in Nederland en zijn bewoners. K. Uilkema, Het Friesche Boerenhuis. H. van der Kloot Meyburg, Onze oude Boerenhuizen. J. Verheul, Oude Boerenhofsteden in Zuid-Holland. E. Franquinet, Boerderijtypen in Limburg. Clemens V. Trefois, De bouw der boerenhoeven in de Zuidelijke Nederlanden, ir A. M. Kuysten, De inrichting van bedrijfsgebouwen voor akkerbouw en veeteelt in Nederland. Koen Limperg en W. van Gelderen, Boerderijen. Ned. Heide Mij., Boerderijen in Nederland. De drie laatstgenoemden zijn meer van bouwtechnisch dan van cultuur-historisch belang. 9i

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 102