352, gehelmd met den uil als cimier, Apollo op de Kei
zersgracht 271, op een relief in het fronton.
Een andere vertegenwoordiger der muzen is Arion,
welke we al aantroffen op Frankendaal. Op zijn dolfijn
gezeten, merken we den zanger van Lesbos ook op als
klauwstuk, met ter andere zijde een triton, op de Kei
zersgracht 605. De Voorloopige Monumentenlijst noemt
Amphion als berijder van den dolfijn, hetgeen onjuist
is. Het was Arion die met rijkdom beladen naar Ko-
rinthe terugkeerde, op zee beroofd werd en met den dood
bedreigd. Als laatste gunst werd hem toegestaan zijn lier
te bespelen. Terwijl allen ademloos toeluisterden, maakte
Arion van de gelegenheid gebruik om over boord te
springen en zijn leven te redden op den rug van een
dolfijn, die hem naar de haven terugvoerde.
Laurens Jansz. Spieghel had dezen griekschen harpspe
ler tot devies gekozen, voor zijn woning aan den N.Z.
Voorburgwal 284, waar hij woonde in „de Arion". Het
tegenwoordige 200 jaar oude pand bergt hem ter her
innering daaraan in de attiek. De top van perceel O.Z.
Voorburgwal 73 wordt bekroond door Diana, geken
merkt door het als diadeem gedragen halve maantje.
Pegasos, het mythische gevleugelde paard, staat in den
top van den vernieuwden gevel, Runstraat 14. Vroeger
stond het daar boven een staldeur, w.o. „Elck zijn zin".
Sphinxen en griffioenen vindt men eveneens hier en
daar, de eerste op de St. Anthoniesbreestraat 55 en
N. Kerkstraat 57 als vleugelstukken, de laatste op de
Heerengracht 433 in de attiek.
Rest ons te vermelden, uit de Germaansche mythologie,
de gevelsteenen met een meermin, heraldisch voorge
steld met spiegel en kam, in de Goudsbloemstraat 37
(±1650) en een opnieuw ingemetseld exemplaar in den
achtergevel van de Universiteitsbibliotheek in de Voet
boogstraat, bij het oude pas gerestaureerde poortje der
Voetboogdoelen.
PD Meermin met d Speltin den buitenmuur van het
77