der 17e eeuw en de gevelsteenen zijn, ook om hun
eenigszins gedrongen figuren, bepaald ouder en moeten
van vóór 1578 dateeren. Want tot lang na de Alteratie
plaatste men natuurlijk geen gevelsteenen meer met een
R.K. karakter. Zij zullen vroeger als pendanten in een
huizenduo hebben gestaan, waarvan ze in rustiger tijd
naar den Zandhoek verhuisden. S. Piter staat voorts te
lezen op een miniatuursteentje in de Wijde Steeg 15,
uit een der vroegere huizen daar afkomstig.
De sleutels in het nieuwe sluitsteentje van het St. Pie
terspoortje aan het Rokin (onder het gebouw der Rot-
terdamsche Bankvereeniging) memoreeren hem als pa
troon van het Vischkoopersgilde. Daarachter, bij de
St. Pietershalsteeg was eertijds de riviervischmarkt.Van
daar enkele gevelsteentjes met visschen in de poort.
Johannes den Evangelist zagen we in den Begijnhof 23.
In de Leidschestraat 29 vinden wij hem ook weer, ge
bogen over zijn werk. De Voorloopige Monumentenlijst
omschrijft hem als een lezende man! Maar de arends-
kop, welke uit den rand van den steen kijkt, laat geen
twijfel. Hier is de eenig overgeblevene van een serie van
vier steenen, de evangelisten, welke op meer plaatsen in
de stad voorkwamen.
De fraaist bewerkte gevelsteenen met apostelfiguren be-
wondere men in de St. Luciënsteeg. Zoowel om hun uit
zonderlijken vorm, als om de tafreeltjes vragen deze,
uit de afgebroken huizen Nieuwmarkt 19 en 21 afkom
stige, reliefs onze aandacht. Op één herkennen wij den
H. Jacobus den Meerdere, als pelgrim, met staf en knap
zak, op zijn hoed en reistasch de traditioneele schelp.
Op den achtergrond in het landschap, als in een visioen
zijn onthoofding. (Hand. 12 2.) Het pendant stelt den
H. Andreas voor, kenbaar aan zijn attribuut, het X-vor- x
mig kruis, zijn kruisiging als bij den vorige voorgesteld.
Beide steenen zijn blijkbaar vervaardigd naar apostel-
prenten, gelijk het Prentenkabinet (in het Rijksmuseum)
ze bezit. 2S) Zouden we in deze reliefs ook werk van
46