Het St. Janslam met kruisvaan als teeken der overwin
ning zie Openbaringen 17 14 een christelijk sym
bool en attribuut van Johannes den Dooper, dat in
de folklore tot voor weinig jaren in de paaschlammetjes
van boter bleef voortleven, zien we in de Binnen Dom-
mersstraat 11, en op de Korte Prinsengracht 9 in een
pilastergevel van 1653. Zelfs is er een verdwaald met
nog twee andere gevelsteenen naar den Koninginne
weg 2. Dit is een aardig steentje. Het lam doet wat houte
rig aan, omvat in een draperie, zooals meer voorkomt
bij gevelsteenen van dit formaat en vermoedelijk uit één
periode, begin 17e eeuw. Onder den drempel een bijbel
spreuk in een gothisch aandoende sierlijke schrijfletter:
Christus is het lam die de sonde
des werelts wech nam
O. B.
Eigenaardig is het op te merken, dat de beeldhouwer
niet met zijn letterverdeeling uitkwam en enkele letters
er klein boven hakte. De laatste letters O. B. zijn ver
moedelijk een aanduiding van de Openbaringen, waarin
van het Lam herhaaldelijk sprake is. Evenwel is de
onderhavige tekst ontleend aan Johannes 1 29.
Van de twaalf apostelen bleven op gevelsteenen bewaard
Petrus, Johannes, Jacobus de Meerdere, Andreas, Mat-
theus, en Matthias die de plaats van Judas innam. Eerst-
genoemden zagen we reeds in den Zandhoek No. 4, waar
zij „Noachs Arck" flankeeren, als R.K. heiligen uitge
houwen in een nis met primitieve inscriptie S. Petrus en
S. Jan. Petrus herkennen we dadelijk aan zijn populaire
attribuut, den sleutel van de hemelpoort, in de rechter
hand. Hier staat hij echter als patroon der visschers,
getuige de visch in zijn andere hand. Staat om dezelfde
reden hier ook S. Jan, die immers evenals Petrus visscher
was? De beide apostels kunnen hier niet oorspronkelijk
gestaan hebben. De Zandhoek ontstond eerst in het begin
45