Van huisgerei noemen we „In de Rooketel" in de Gor-
dijnensteeg, „D Melkketel" op een cartouche in het
fronton, Reguliersbreestraat 39, een steen van 1728 in
de Pijlsteeg (uit No. 9) met een oud-hollandschen stoel
eveneens Brouwersgracht 52 en „De groene ghecronde
driestal" (een krukje op drie pooten) in de Binnen
Wieringerstraat 13, uithangteekens waarschijnlijk van
stoelenmakers; op de Bloemgracht 10 „De Doos" van
1660 enz.
„Bussenschut" en „T Duyts Cannon" geven twee kanon
niers te zien, de eerste in de Rapenburgerstraat 131
(met een te vroeg jaartal), de laatste op het Singel 77.
„Het Bolwerck" van 1646 staat in de Lange Niezel 24.
„Ik hoop op Vrede" staat onder een vroeg-18e eeuw-
schen gevelsteen op de Elandsgracht 98, met voorstel
ling van het beeld der hoop. Een vredesengel met palm
in den arm werd herplaatst in den zijgevel van Laurier
straat 78.
Aan den Utrechtschen vrede herinnert een opschrift
„Het Vredejaar", met op een lint daaronder „Ao 1713",
in den top van Prinsengracht 469. Een opschrift in de
kroonlijst van het perceel Keizersgracht 604, luidt: „In
T derde Vredejaer"d.w.z. na den Vrede van Aken in
1668, duidend op het jaar van voltooiing.
Gevelsteeneri met de zon of de halve maan, zoomede
sterren, waren er vele, waarvan het aantal nog getuigt.
Zon en maan staan op de Bloemgracht 158—160 naast
elkaar. „De Vergulde halve man en dry starre" is een
aardige gevelsteen waarop nog biervaten en de wapens
van Amsterdam en Weesp, op de N.Z. Kolk in het ge
bouw van Van Gend Loos herplaatst (afkomstig uit
het gesloopte huis No. 26). Hier was in de 17e eeuw
de Weesper Caye, de losplaats van het Weesper bier.
Het motief van den gevelsteen vindt men in den top van
den 18e eeuwschen halsgevel aan de overzijde op No. 7
terug en zal wel het oostersch aandoende wapen zijn van
den bouwheer-brouwer.
120