Minister van Financiën werd het kapelletje, dat in 1795 met
het hofje onder het beheer der domeinen was gekomen,
verkocht. Het werd toen door de Joodsche gemeente aan
gekocht en als synagoge ingericht.
In 1934 is de kapel ingericht als oudheidkamer voor Naald
wijk en omstreken; behalve vele andere merkwaardighe
den zijn er eenige schilderijen van heeren en vrouwen van
Naaldwijk te bewonderen, welke in 1885, zes in getal, door
de gemeente aan het Rijksmuseum te Amsterdam in bruik
leen waren afgestaan, en waarvan er nu drie te Naaldwijk
zijn teruggekeerd.
Dordrecht bezit een uitzonderlijk fraai hofje, het Arent
Maartenshofje aan de Museumstraat, eertijds Lindengracht
geheeten. Het dateert van 1625, toen Arent Maartenszoon,
heer van Oost-Barendrecht en Schobbelande-ambacht, deze
stichting in het leven riep, die door zijn derde vrouw de
mentia van Beaumont, ambachtsvrouwe van de Kleine
Lindt, rijk met giften bedacht werd.
Het hofje vormt een groot vierkant en staat geheel vrij.
Van buiten is het als een vesting; geen ramen zijn er aan
de vier zijden aangebracht. Het is of alle verbinding met
de buitenwereld moet worden geweerd en slechts door de
poort aan de Museumstraat is het inwendige te bereiken.
Deze poort van Bentheimer steen draagt twee in steen uit
gehouwen vrouwenbeelden, die een schild met de wapens
van den stichter en zijn echtgenooten in de handen hebben
(afb. 24). De gebruikelijke opschriften ontbreken ook hier
niet.
Door de poort komt men op een zeer ruime binnenplaats,
die met groote kastanjeboomen beplant is en een „verma
kelijken" hof voor de bewoonsters der 38 woningen vormt.
Eertijds had ieder daar zijn eigen tuintje maar thans is deze
verbrokkeling te niet gedaan, waardoor een veel fraaier en
rustiger geheel is verkregen. Behalve op dezen hof, die een
bezichtiging ten volle waard is, vestig ik ook nog de aan
dacht op de regentenkamer, rechts van de poort, waar ver-
80