74
burg. Ten Westen van de regentenzaal is de tegenwoordige
ingang van het hofje in de Warmoezierstraat te vinden.
Reeds werd de stichter van het hofje genoemd: Johan de
Bruin van Buitenwech, heer van Nieuwkoop, Noorden en
Achttienhoven. Hij had bij testament vele en belangrijke
goederen daarvoor bestemdin 1658 kregen de executeurs
van zijn laatsten wil van het Hof van Holland machtiging
om tot het bouwen over te gaan. De opdracht tot het schep
pen van dit bouwwerk werd aan niemand minder dan Pie-
ter Post opgedragen, die er in de jaren 1658 tot en met
1661 aan bouwde. Typisch werk van Post is het ronde hou
ten gewelf van de regentenzaal, maar ook op andere punten
is zijn stijl te herkennen. In 1661 was het hofje voltooid;
de bouw schijnt de niet geringe som van 100 000 guldens
te hebben gekost. Het mag ons dan ook niet verwonderen,
dat ter dekking van deze exorbitant hooge kosten eenige
van de goederen moesten worden verkocht. En in 1672, toen
veel landerijen tengevolge van den oorlog ernstig hadden
geleden, raakte het hofje nog meer in de schulden, waar
door opnieuw eigendommen te gelde moesten worden ge
maakt. Het slot was, dat alle voorrechten, welke de bewo
ners oorspronkelijk genoten, in een betrekkelijk kort aan
tal jaren kwamen te vervallen en regenten noodgedwongen
moesten besluiten de huisjes, welke eertijds kosteloos ter
beschikking werden gesteld, voortaan te verhuren. Het
blijkt, dat de opzet van dit hofje veel te grootscheeps is
geweest en dat de ijdelheid den stichter parten heeft ge
speeld, ten nadeele van het goede doel, dat met de stichting
werd beoogd. Gelukkig is de toestand thans weer aanmer
kelijk verbeterd, zoo zelfs, dat in 1886-1888 tot uitbrei
ding kon worden overgegaan; ten Noorden van de regen
tenkamer is nu nog een aantal moderne huisjes om een
kleinere binnenplaats gebouwd.
Aan de Lange Beestenmarkt, eertijds de Breestraat gehee-
ten, zijn kort bij elkaar twee hofjes, beiden oorspronkelijk
gesticht door leden van het geslacht Van Wouw. In de
eerste plaats noem ik het Hofje van Cornelia van Wouw,
dat door deze bejaarde ongehuwde dochter nog tijdens haar