dit hofje scheef te bouwen. Dit nu maakt een hoogst merk-
waardigen indruk. Een gedicht ter herinnering aan het
honderdjarig bestaan van de stichting, in de regentenkamer
opgehangen, wijst op dit zonderling architectonisch gebeu
ren in de volgende bewoordingen
„Wel scheef en schuin gemaakt
Doch echter, door verstand
Zeer net in den haak
Met twintig huizen in t' vierkant."
Men ziet het, ook dit rijm gaat scheef!
De bouw der twintig huisjes is te danken aan twee verschil
lende beschikkingen. In 1655 vermaakte Charles Tevel,
koopman te Leiden, een som gelds, welke besteed moest
worden, om na den dood van zijn broeder Jacob Tevel, een
hofje van „twaalf huiskens" te bouwen, alwaar ten allen
tijde het conterfeitsel van den testateur zou moeten blijven
hangen. Broeder Jacob wenschte zich ook niet onbetuigd te
laten en bij testament van 13 October 1661 vermaakte hij
met zijn vrouw Elisabeth van den Vinct eveneens een be
drag voor den bouw van acht huisjes. Verplichtingen tot
het ophangen van conterfeitsels in het hofje waren aan deze
laatste beschikking niet verbonden, maar wel moesten aan
de poort de namen der stichters worden aangebracht.
Charles Tevel was in 1661 reeds overleden; wanneer zijn
broeder en schoonzuster dit aardsche tranendal verlieten,
is mij niet bekend, maar dit moet in ieder geval vóór 1666
zijn geweest, want in dit jaar kwam de stichting tot stand.
In de regentenkamer hangen, behalve het reeds vermelde
gelegenheidsgedicht, de portretten der stichters en prijkt
cok nog een lijst van de opeenvolgende regenten met hun
wapens; voorts staat er nog wat oud meubilair.
-X-
Het is opmerkelijk, dat te 's-Gravenhage in verhouding tot
andere Hollandsche steden Rotterdam laat ik hier buiten
beschouwing betrekkelijk weinig hofjes worden aange
troffen. De verklaring van dit verschijnsel is niet voor de
71