poort bezingt een vierregelig gedicht de stichting in de
volgende bewoordingen:
„Hier ziet men uit het puin van een bouwvallig nest
Een fraai gebouw gesticht, door vruchtlooze echtgenooten
Voor veel behoeftigen, schoon vreemd, die verstooten
Zijn uit hun Vaderlandt, en vredig hier gevest."
Het inwendige van het hofje is van voorname rust; in de
regentenkamer hangen de portretten van den stichter en
zijn vrouw en valt een houten schoorsteenmantel met ge
sneden ranken van het einde der 17de eeuw te bewon
deren.
Het merkwaardige van dit hofje is, dat in het „bouwvallig
nest", uit welks puin dit hofje was opgetrokken, eertijds
woonde John Robinson, zooals op te maken valt uit den
eenvoudigen blauwen steen naast den ingang met de in
scriptie: „On this spot lived, thaught and died J. Robinson,
1611—1625"Robinson werd in 1575 te Nottingham in
Engeland geboren; hij behoorde tot de Engelsche puritei
nen en vluchtte om der geloofswille naar Holland en was
o.a. in 1609 student aan de Leidsche Universiteit. In het
jaar 1620 ging een gedeelte van zijn geloofsgenooten, die
hij te Leiden om zich heen had verzameld, met de „May-
flower" naar Amerika en landde in New-England, maar
voor hij zelf ook kon oversteken, stierf hij in het jaar 1625.
Hij werd begraven in de Pieterskerk en te zijner nagedach
tenis is in den zijmuur, tegenover de plaats, waar hij ge
leefd en gewerkt heeft, in 1891 een memorietafel ingemet
seld.
Verder, in den hoek van het Pieterskerkhof naast de Biblio-
thèque Wallone het St. Pietershof, ditmaal, hoezeer men
dat in dit Waalsche milieu zou verwachten, niet voor Wa
len maar voor Protestanten van alle gezindten bestemd.
Het is gesticht door Pieter Gèrritsz. van der Speek, rent
meester der parochiekerken te Leiden, die in 1645 zijn
testament maakte. In hetzelfde jaar kwam het hofje, blij
kens het inschrift boven de zandsteenen, met een wapen
versierde poort, tot stand. Het is niet groot en biedt onder-
65
Nederlandsche Hofjes 5