jonkvrouwe Lutgart van Boschhuizen. In 1660 was het
gebouw in de Schoolsteeg dermate in verval geraakt, dat
de regenten geen kans zagen, om het te restaureeren. Zij
verzochten daarom aan den magistraat van Leiden den op
stal te mogen verkoopen en met de opbrengst een nieuw
hofje te mogen bouwen in de nieuwe vergrooting der stad
in de buurt van de Heerengracht. Dit verzoek werd afge
wezen, maar in 1668 kregen de regenten toestemming om
het Sionshof je te verplaatsen naar het zoogenaamde Pieter
Simons Bagijnhof, eertijds het St. Michiels klooster in het
Maredorp, dat tot dit doel gerestaureerd zou worden. Zoo
kwam de stichting tot nieuwen bloei in de tegenwoordige
Sionssteeg, eertijds de St. Josephsteeg geheeten, alwaar een
zwarte steen met vergulde letters de plaats aanduidt.
Het Stevenshofje m de Haarlemmerstraat No. 50, een „ver-
gaderinge", bestaande uit dertien huisjes voor evenzoovele
arme mannen, eventueel met hun vrouwen, is door Willem
van Tetrode en zijn vrouw Christina Aarts dochter op
27 November 1487 gesticht. Zij schonken daartoe een huis
en erf in het Maredorp onder de parochie van O.L. Vrouwe,
alsmede de achterkamer van het door hen zelf bewoonde
huis, welke als administratiekamer moest worden bestemd.
Voorts nog een aantal landerijen en huizen, welker op
brengst aan het hofje ten goede zou komen.
Het hofje is gebouwd langs een pleintje, dat des zomers
met bloemen prijkt. Een houten poortje verleent toegang;
daarop vermeldt een inschrift de vernieuwing in het jaar
1777.
Hiermede zijn we uitgepraat over de hofjes in het Mare
dorp en richt zich onze gang naar het Westen der stad. In
de Steenstraat verrijst het St. Salvator Hofje; een eenvou
dig zandsteenen poortje draagt een steen met fronton en
op den steen staat als inschrift:
„St. Salvators hoff
Gesticht en doen bouwë
by H. Povwels Claeszoon
De Goede, An° 1636."
61