minder dit gesticht met zijn vele wederwaardigheden als
wel de er aan verbonden proveniershuisjes, die onze be
langstelling trekken. Deze huisjes zijn echter van aanmer
kelijk lateren tijd als het gasthuis. Het geheel der om een
pleintje gebouwde huisjes maakt vooral des zomers, wan
neer de bloemen in de bakken voor de ramen bloeien, een
hoogst schilderachtigen indruk.
Dicht bij dit hofje, op het terrein van het aangrenzende
voormalige St. Ursulaklooster, ligt nog een hofje in den
waren zin des woords verscholen. Het is van vrij jongen
datum (1773) en werd door zekere Cecilia Coninck ge
sticht terwijl het later werd uitgebreid met eenige door
leden van het geslacht Del Court van Krimpen in 1854
gebouwde huisjes, die in beteren staat verkeeren dan de
oudste woningen. Misschien wel het aardigste van dit vrij
sombere hofje is, behalve het poortje, met het opschrift
ConinckshofMDCCLXXIII"het vierregelig versje in de
weinig aantrekkelijke regentenkamer
„Coninck, in haer ziel bewogen
Met verarmden burgerstand
Droogt met heure milde hand
Weeuwen tranen, vrijsters oogen".
Hoe ligt niet in deze woorden een weemoed en een zee
van droefenis en teleurgestelde hoop verborgen!
Nog steeds is het oude Maredorp, begrensd door Galgen
water, Ouden Rijn en Oude Vest, op het punt van hofjes
niet uitgeput. In de Sionssteeg treffen we een aardig hofje
aan, het Sionshofje, dat zijn naam niet ontleend heeft aan
het straatje, waarin het gelegen is. Het omgekeerde is hier
het geval, want het hofje is vrij bejaard en stond vroeger
in de Schoolsteeg in de buurt van de Pieterskerk. Wie over
de oudste geschiedenis van dit hofje wenscht te worden
ingelicht, kan niet beter doen dan eerst naar de School
steeg te gaan en zich het uitvoerige opschrift met jaartallen
op het daar aanwezige poortje in de herinnering te pren
ten. Hij zal dan gewaar worden, dat het in 1480 werd ge
sticht door jonkheer Hugo van Zwieten met zijn vrouw
60