8 kon geld en goed vermaken, gelijk men het betitelde, aan den Heiligen Geest. Het geschonkene werd dan ten bate der algemeene armen beheerd door de Heilige Geestmees- ters, die aangesteld werden door het wereldlijk gezag en die in vele plaatsen een broederschap gevormd hadden. De in stelling van de Heilige Geestmeesters is te beschouwen als een eerste vorm van officieele armenzorg. Nu zien wij, dat in verschillende steden de Heilige Geest- meesters overgingen tot het stichten van een gasthuis, on geacht, of er mogelijk al reeds een dergelijke inrichting bestond, waar de door hen bedeelde armen, die verspreid over de stad woonden, werden bijeengebracht. Ook gingen zij wel over tot het stichten van een hofje, dat dan meestal bestond uit een aantal om een binnenplaats gebouwde huis jes, waarin aan oude stedelingen vrije huisvesting werd ver leend en aan wie bovendien vaak nog op gezette tijden een uitkeering in geld of in natura werd gedaan. Men meene intusschen niet, dat de bovenomschreven wijze van het tot stand komen van een hofje de eenige of de oud ste in ons land is. Integendeeljuist dank zij het uitsluitend particulier initiatief zijn hier de meeste hofjes tot stand gekomen. Het kenmerkende van hofjes toch is, dat ze be staan uit een gebouw of een complex van gebouwen, door liefdadige burgers opgericht, en die eertijds „vergaderin gen" of „armhuizen" genoemd werden; tegenwoordig noe men wij ze hofjes. Een aantal mannen en vrouwen, meestal echter alleenstaande vrouwen, die beter dan mannen in staat waren een eigen huishoudentje te voeren, werden in die huisjes onderhouden; zij ontvingen vaak een reglemen tair vastgestelde uitkeering en vrijwel steeds genoten zij het voorrecht van vrij wonen. De toelating en het verblijf in die hofjes waren geregeld volgens bepalingen, welke door den stichter of door de regenten waren vastgesteld. In wezen hebben deze hofjes veel overeenkomst met pro veniershuizen, maar het verschil is, dat deze stedelijke in stellingen zijn, welke door het stedelijk bestuur geregeerd worden en openstaan voor alle burgers of ingezetenen, ter wijl gene slechts voor bepaalde categorieën van personen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 6