HOOFDSTUK III
HOFJES IN ZU IDH O LLAN D
Ieder, die in Leiden hofjes gaat bezoeken, richt zijn schre
den in de eerste plaats naar het Anna Hofje aan de Hooi
gracht, dat ook buiten de stad, ja zelfs buiten onze lands
grenzen, een zekere vermaardheid bezit. Behalve door een
ingang aan de Hooigracht is het hofje ook te bereiken van
de zijde van de Middelste Gracht. Algemeen wordt aan
genomen, dat het in 1507 gebouwd is, maar als men het
opschrift boven den ingang aan de Hooigracht mag geloo-
ven, zou het al in 1492 zijn tot stand gekomen. De wonin
gen van dit hofje zijn aan weerszijden van een pleintje
gebouwd; in het midden staat een hardsteenen pomp met
de wapens van P. C. van Leyden, eertijds secretaris van het
Hoogheemraadschap van Rijnland, en van Y. van Dam, die
regenten waren in de eerste helft der 18de eeuw.
Het hofje heeft zoojuist een grondige restauratie achter
den rug. Door het bouwen van het nieuwe St. Elisabeths
gasthuis, naast het hofje aan de Hooigracht gelegen, waren
verzakkingen aan den dag getreden en toen een onderzoek
werd ingesteld, bleek het, dat de toestand der oude huisjes
van dien aard was, dat een algeheele herstelling geboden
was. Deze is geschied onder leiding van Ir. Van Oerle te
Leiden en de thans voltooide restauratie, die het moet
worden toegegeven het karakter van een vernieuwing
draagt, is niet alleen architectonisch te verdedigen, maar
zij is tevens uit hygiënisch oogpunt een aanmerkelijke ver
betering. Want niemand zal ontkennen, dat onze oude hof
jes veelal niet meer voldoen aan de tegenwoordige begrip
pen van geriefelijkheid en hygiëne.
Een bijzondere aantrekkelijkheid van dit hofje is het ka
pelletje; het is niet, zooals bij zoovele hofjes, die zich in
het bezit van zulk een miniatuur bedehuis kunnen verheu
gen, ingebouwd, doch staat geheel vrij. Het zeldzame van
dit kerkje is, dat het aan de aandacht der beeldstormers is
56