53
en het kastje moet als een unicum worden beschouwd. Hoe
het eertijds in het hofje is beland, is thans niet meer na te
gaan.
Aan de Oude Gracht staat het fraaie Wildemanshofje, dat
den naam van zijn stichter, Gerrit Florisz. Wildeman, in
de herinnering houdt. Deze Wildeman werd in 1627 ge
boren; zijn vader was een rijk groothandelaar en scheeps-
reeder. Hij zelf werd ook reeder. Groot leed was zijn deel
doordat zijn vrouw en zijn beide kinderen hem door den
dood ontvielen. En zooals het in zulke gevallen zoo vaak
gebeurt, besloot hij, nu hij geen directe nakomelingschap
meer had, de inkomsten van zijn goederen te vermaken voor
een liefdadig doel. In zijn testament, opgemaakt 14 Sep
tember 1700, bepaalde hij, dat uit zijn revenuën een pro
venhuis of hofje moest worden gebouwd, bevattende 16,
20 of 24 woningen, die zouden dienen „tot soulaas ende
onderstand van bejaarde weduwen en bejaarde doghteren,
eerlijke ende vredelievende persoonen, die door ouderdom
of sedigheyd den huwelijken staat hebben geabandonneert
en alle conversatiën met mannen afgesneden".
In 1702 overleed Wildeman, maar met den bouw werd
door de executeurs van zijn boedel niet dadelijk een aan
vang gemaakt. Wel was in hetzelfde jaar reeds begonnen
met den a'ankoop van eenige huizen aan de Oude Gracht,
maar de afronding van het benoodigde terrein vorderde
nogal wat tijd en intusschen slonk het beschikbare kapi
taal, doordat de scheepvaart- en visscherij-aandeelen,
waarin het was belegd, door allerlei omstandigheden in
waarde daalden, en ook, omdat de landpachten door vee
pest als anderszins verminderden.
Na den vrede van Utrecht in 1713 braken voorspoediger
tijden aan en de reeds 82-jarige executeur Bartholomeus
van Baseroy legde dan ook in dat jaar den eersten steen
van het hofje, dat uit 24 woningen zou bestaan, waarmede
het de grootste stichting van dien aard in Alkmaar zou
worden. Aan de grachtzijde werden ter weerszijden van
den ingang twee vrouwenbeelden aangebracht, voorstellen
de de Behoefte en de Ouderdom, terwijl in het jaar daarna