7
HOOFDSTUK I
OVER HOFJES IN HET ALGEMEEN
elerlei zijn de vormen, waarin in den loop der jaren
zoowel in Nederland als elders de liefdadigheid beoefend
is. Er zijn bewijzen, dat reeds in zeer vroegen tijd verschil
lende stedelijke besturen gasthuizen hadden opgericht,
waarbij dan niet uitsluitend gedacht moet worden aan de
tegenwoordige beteekenis van ziekenhuis. Oorspronkelijk
waren de werken van liefdadigheid dezer oude gasthuizen
van tweeërlei aardmen verpleegde er arme behoeftige of
zieke inwoners en vreemdelingen en bovendien werden er
veelal aan arme inwoners maaltijden verschaft. Een derge
lijk recht op een maaltijd in het huis heette een prebende
of preuve, waarvan de kosten door het gasthuis gedekt wer
den; ook particulieren konden door het doen van schen
kingen het recht van vergeven van dergelijke preuves krij
gen. Nog tot in onzen tijd wordt deze vorm van liefdadig
heid hier en daar aangetroffen; aan het woord preuve of
prove herinneren de nog in sommige steden bestaande „pro
veniershuizen".
Toen de zoo gevreesde ziekte der melaatschheid of lepra in
de middeleeuwen in Europa rondwaarde, werden er aller-
wege leprooshuizen opgericht, waarin de ongelukkige zie
ken in afzondering bijeengebracht werden; bij de meeste
steden van eenig belang in ons vaderland werden in de late
middeleeuwen dergelijke leprooshuizen meestal op korten
afstand buiten de stad aangetroffen. Ook deze instellingen
waren, evenals de bovengenoemde gasthuizen en prove
niershuizen, in het algemeen door de stedelijke bestu
ren in het leven geroepen, en werden van stadswege ge
regeerd.
Particulieren waren behalve door het geven van proven ook
nog op andere wijze in de gelegenheid hun geld voor vrome
en liefdadige doeleinden te besteden. Wie geen bepaalde
voorkeur voor een of andere reeds bestaande stichting had,