Oorspronkelijk bood het hofje, blijkens het opschrift,
plaats voor acht twee maal zes, dus twintig vrouwen;
het versje boven de poort is echter ook zóó te lezen, dat
de vrouwtjes acht maal zes twee maal zes of 60 jaren
oud moeten zijn, om toegang te krijgen.
De gebouwen, zooals wij die thans kennen, zijn niet meer
die van 1395, maar dateeren van het begin der zeventiende
eeuw. Reeds waren in 1610 op last van het stedelijk be
stuur, de rieten daken door „hard dak" vervangen, maar
er schijnt in de zeventiende eeuw nog aanmerkelijk meer
aan vertimmerd te zijn. De hoofdingang, welke uitkomt in
de Wijde Appelaarsteeg, wordt gevormd door een aardig
rondbogig poortje met Ionische pilasters en gedekt door
een segmentvormig fronton, waarin hetzelfde versje en het
zelfde jaartal vermeld staan als bij den ingang aan de
Bakenessergracht.
Het hofje heeft een vriendelijk aanzien met zijn aardig
tuintje en frissche witte huisjes in het rond; sommige zijn
nog in het bezit van kruiskozijnen. Merkwaardig is een
uitgebouwde koepel aan een der huisjes, welke de regen
tenkamer blijkt te bevatten. Inwendig biedt dit vertrek
weinig opmerkelijks; een schilderij, voorstellende den
stichter en gedateerd 1513, is overgebracht naar het Frans
Hals Museum; hetzelfde is het geval met een aantal wa
pens in kleuren en met afbeeldingen van in het grijs
gekleede oude vrouwen. Wel hangt er nog een lijst van
regenten, aanvangende met Arent Simonsz., 1558, en ein
digend met J. de Breuk, 1936.
Ondanks een zorgvuldig onderhoud is de toestand der ge
bouwen in den loop der jaren zoodanig geworden, dat een
algeheele restauratie thans dringend noodig is, wil dit
monument op den duur niet geheel te gronde gaan. Re
genten hebben daarom besloten dit oudste aller Neder-
landsche hofjes te doen herstellen en, zoodra de tijden
daartoe gunstig zijn en de noodige gelden ter beschikking
staan, zullen zij daartoe overgaan. Het is te hopen, dat deze
plannen binnen niet te langen tijd voortgang zullen heb
ben, want'hier hebben we nu eens te maken met een hofje
46