In den tegenwoordigen tijd, nu het aantal brouwerijen zoo
sterk verminderd is, zal het wel niet mogelijk zijn steeds
vrouwen te vinden, die aan de oorspronkelijke vereischten
voor toelating voldoen.
Het tegenwoordige hofje is niet meer dat van 1472, op
welk jaar de stichting gesteld wordt. Het oorspronkelijke
gebouw is in den grooten brand van 1576 te niet gegaan.
Tien jaren later werd het weer opgebouwd in den vorm
zooals we het nu kennen; eenige muurankers, vormende
het jaartal 1586, herinneren aan deze gebeurtenis. Het ge
heel maakt met zijn kleurige roode vensterluiken en zijn
witgepleisterde muren een vroolijken indruk. Opmerkelijk
is, dat in een der woningen nog een zestiende-eeuwsche
eiken betimmering wordt aangetroffen, welke echter ge
verfd is. Misschien zal deze verflaag bij een eventueele res
tauratie ook wel verdwijnen.
Het Brouwershofje is, zooals wij zagen, van ouden oor
sprong, maar verreweg het oudste hofje van Haarlem en
misschien ook wel van heel Nederland is het Hofje van
Bakenes, officieel genaamd „De Bakenesser Kamer". De
naam wijst er op, dat we het in de buurt van de Bakenes-
serkerk, in een der oudste gedeelten van Haarlem, te zoe
ken hebben. Inderdaad kunnen we het hofje bereiken door
een ingang aan de Bakenessergracht, waar een poortje met
Tudorboog en het jaartal 1632 ons den weg wijst. Het op
schrift boven dit poortje luidt:
„Gesticht door Dirck van Bakenes
Voor Vrouwen acht en twee mael ses".
In dit versje is de geschiedenis van het hofje in het kort
vervat. Een afstammeling van de adellijke familie Persijn
van Waterland, Dirk van Bakenes, stichtte bij uiterste wils
beschikking in 1395 deze communiteit. Zijn weduwe Lijs-
beth Dirksdochter en haar beide zoons Dirk en Jan bouw
den het hofje. Het geslacht ontleende zijn naam aan de
heerlijkheid Bakenes, waarschijnlijk deel uitmakend van
een eiland in het Spaarne, begrensd door de tegenwoor
dige Bakenessergracht en de Nieuwe Gracht.
44