43 Dit is te bereiken door een lange gang. Het is in 1607 door de Luthersche gemeente gesticht, doch in 1804 geheel her bouwd. Het maakt een vertrouwelijken indruk met zijn roode daken; er zijn twee rijen huizen, waarin negen Lu thersche dames een onderdak vinden. Verder is er al niet veel van te vertellen. Een klein maar althans van buiten opvallend hofje in een weinig opvallende straat is het Hofje van Guurtje de Waal in de Lange Annastraat. Het fraaiste van dit hofje is het geblokte poortje met korfboog, waarboven festoenen van allerlei vruchten, met een engelenkopje, dat een wapen schild met het wapen De Waal torst (afb. 10). Zekere Guurtje de Waal stichtte het in 1616, en een familielid, Jan de Waal, die eens burgemeester van Haarlem was, vergrootte het gebouw. „(Je n'est pas jurer gros", is men geneigd te zeggen, wanneer men dit kleine hofje betreedt, waarvan de poort verwachtingen wekt, welke niet in ver vulling gaan! Blijkens een opschrift in den gevel is de stichting in 1783 vernieuwd, maar ook dit proces heeft niet bepaald zichtbare resultaten opgeleverd. Het verblijdendst van dit hofje is wel, dat de inwonende vrouwtjes er zoo tevreden zijn, ondanks het feit, dat sommige huisjes zelden of nooit zon te zien krijgen. Een zeer oud hofje, dat er nogal tamelijk goed geconser veerd uitziet, hoewel een restauratie toch wel noodig schijnt te zijn, is het Brouwershofje, ook wel het St. Maartens- hofje genaamd, gelegen in de Tuchthuisstraat. Dit is een hofje, dat aan de straat ligt; vier huisjes ter weerszijden van een ingangspoort, welke toegang tot den tuin geeft, waar de huisdeuren zich bevinden. Het hofje is door een lid van het geslacht De Roeper ge sticht in de tweede helft van de vijftiende eeuw en wel ten behoeve van arme brouwersdienstmaagden. In een stad als Haarlem, waar, evenals in Delft, in de middeleeuwen tal van brouwerijen werden aangetroffen, is het niet ver wonderlijk, dat voor de bovengenoemde categorie oude vrouwen een hofje werd opgericht. Wij mogen aannemen, dat de stichter tot een bekend brouwersgeslacht behoorde.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 51