42
is een aardige regentenkamer uitgebouwd, die veel van een
tuinkamer heeft. De inrichting, vooral het goudleeren be
hang, en diverse schilderijen, maken het vertrek tot een
gezellig interieur. Onder meer is aanwezig een geschilderd
portret van den stichter op achttien jarigen leeftijd. Deze
stichter was Frans Klaaszoon Loenen, die oorspronkelijk
te Amsterdam woonde en op lateren leeftijd zijn domicilie
in de Spaarnestad koos, gelijk zoovelen vóór hem en na
hem gedaan hebben. Hij was garentwijnder, dreef handel
voornamelijk op Spanje, en was behalve een zeer vermo
gend man ook eenigszins een zonderling. Het grootste
deel van zijn nalatenschap vermaakte hij aan de armen;
hierin schuilt niets zonderlings, maar wel in de bepalingen,
die dit testament bevatte. De uitbetaling van eenige obli
gaties werd nl. afhankelijk gesteld van allerlei wedden
schappen. Zoo bijvoorbeeld, dat binnen twee jaren na dag-
teekening de vrede met Spanje moest zijn geteekend, of
dat de stad Sluis moest zijn veroverd!
Het zal niet eenvoudig zijn geweest voor de executeurs om
deze nalatenschap af te wikkelen: Frans Loenen overleed
in 1605 en de vrede met Spanje was toen nog bij lange na
niet geteekend. Hoe zij zich uit deze „impasse" gewerkt heb
ben, is mij niet bekend, maar het hofje is er toch gekomen;
in 1607 konden elf oude vrouwen er haar intrek nemen.
Twee jaren later werd het met nog 5 huisjes vergroot. Aan
deze beide gebeurtenissen herinneren resp. een steen met
afgehakt wapen en het jaartal 1607 aan de binnenzijde
van de ingangspoort, en een steen met wapen en het jaartal
1609 in het midden van den gevel tegenover den ingang.
Een derde steen draagt het jaartal 1736 en een inschrift
betreffende de toen voltooide restauratie van het bouw
vallig geworden complex.
In 1777 werden de gelden van een paar toen te Haarlem
opgeheven hofjes met dit hofje vereenigd en eenige vrouw
tjes naar hier overgeplant. Op het oogenblik wonen er
veertien vrouwen boven vijftig jaar, allen van den Her
vormden eeredienst.
Het derde hofje in deze steeg is het Luthersche Hofje.