we het Occo's Hofje aan, ook wel genaamd het Roomsch- Katholiek Gesticht van Barmhartigheid. De sobere Lode- wijlc XVI gevel verleent het gebouw een eenigermate dood- schen indruk. De voorgevel aan de grachtzijde is van bak steen opgetrokken, zonder ramen, met in het midden de ingang met een driehoekig fronton, waarin het wapen van de stichteres Cornelia Elisabeth Occo, uit wier nalaten schap het gebouw bekostigd werd, dat in 1774 tot stand kwam; in de 19de eeuw werd het vergroot. Het hofje bood ten tijde van de oprichting plaats aan 33 arme vrouwen, welk getal ongetwijfeld in verband staat met de 33 jaren van den Zaligmaker op aarde; het bestaat uit drie om een vrij groote binnenplaats gebouwde vleugels en biedt uit wendig weinig opmerkelijks. Maar het mooiste van dit hofje is niet van buiten zicht baar. Het is de uitgebreide collectie fraaie schilderijen in de regentenkamer van leden van het geslacht Occo en aan verwante geslachten, waaronder door Dirck Jacobsz., den zoon van Jacob Cornelisz. van Oostzanen, Dirck Barentsz. en Cornelis Ketel. De Occo's waren van Oost-Frieschen oorsprong; de naam is een verlatiniseering van het Frie- sche Ocke. De meest bekende onder hen was Pompeius (Poppe) Occo, die in 1537 overleed, en groothandelaar en bankier was. Hij trad op als de vertegenwoordiger van het Duitsche bankiershuis Fugger, was geldschieter van vor sten en steden, o.a. van de landvoogdes en van den koning van Denemarken. Hij was het, die den Deenschen koning Christiaan II in 1521 luisterrijk ontving in zijn woning „Het Paradijs" in de Kalverstraat, en later ook dezen vorst gastvrijheid verleende, toen hij de wijk moest nemen uit zijn land. Bekend is ook zijn zoon Sybrant Occo, bur gemeester van Amsterdam en vriend van de humanisten uit die dagen, bij wien o.a. Alva in 1573 zijn intrek nam. Uit alles blijkt, dat het zeer vermogende lieden waren, in staat, om zich door kunstenaars van den eersten rang te laten conterfeiten. De collectie familieportretten in het Occo's hofje is hier een bewijs van. Toevallig zijn de portretten van Pompeius en van Sybrant Occo van de verzameling 29

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 31