extraordinaris had gezeten. Niemand minder dan Vondel
vervaardigde op het Weduwen- en Weezenhof van Pieter
Raep het volgende gedicht:
„Peter Raep, de trezorier
Boude uit mededogen hier
't Weduwen en Weezenhof
Men gebruik het tot Godts lof".
Het bevat twaalf woningen, verdeeld in zes huisjes en zes
kamers, welke, blijkens bovenstaand gedicht, eertijds ook
voor weezen bestemd waren, maar in latere jaren hebben
er uitsluitend oude vrouwtjes gewoond. Boven de poort zijn
de letters P.A. (Pieter Adriaens zoon) in den gevel aan
gebracht en de familienaam is uitgebeeld door een groote
raap in natuurlijke kleur; een origineel adresbordje!
Eenige jaren ouder dan het zoo juist genoemde is het
Anslo's Hofje aan de Egelantierstraat. Ook hier eenzelfde
oorsprong als zoovele hofjes in de Jordaan. Zekere Claas
Claas'zoon Anslo, die in 1555 te Anslo, later Christiania,
thans Oslo in Noorwegen geboren was, had zich omstreeks
1580 te Amsterdam gevestigd. In 1582 trouwde hij met een
Amsterdamsche van geboorte. Hij was doopsgezind laken
handelaar, en woonde aan de Westzijde van den Nieuwen-
dijk in „Het vergulde Schild". In de Egelantierstraat bezat
hij een tuin met een paar huisjes, waarin hij en zijn echt-
genoote tijdens hun leven arme lieden voor niets lieten
wonen. Bij testament van 4 Augustus 1626 bestemden zij
deze huisjes voor een permanente stichting. In de tweede
helft van de 18de eeuw werd het hofje, dat nogal in verval
was geraakt, door een toenmaligen regent aanmerkelijk
verbeterd; tegenwoordig zijn de huisjes aan de straat ge
moderniseerd en komt men door een voorportaal, waar
boven het wapen Anslo is aangebracht, op een binnen
plaats, waar rondom een aantal huisjes staat. Het hofje
had, evenals alle andere Protestantsche gestichten van dien
aard, vrijdom van verschillende belastingen, o.a. van den
impost op één ton bier voor elke woning. Over de ton bier
per woning moeten we ons maar niet te zeer verbazen;
19