LITTERATUUROVERZICHT
103
Voor architectonische bijzonderheden wordt vooral verwezen naar
de voorloopige lijsten der Nederlandsche monumenten van geschie
denis en kunst en naar de geïllustreerde beschrijvingen dezer mo
numenten, voor zooverre verschenen, bewerkt en uitgegeven door de
Rijkscommissie voor de Monumentenzorg.
Vermeldingen van tijdschriftartikelen over afzonderlijke hofjes, vaak
voorzien van illustraties, zijn te vinden in het Repertorium betref
fende Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst I
(1901-1934), uitgegeven door den Nederlandschen Oudheidkundigen
Bond, en binnenkort in deel II, dat bijgewerkt is tot 1940 en thans
ter perse is.
In onderstaand overzicht zijn uitsluitend werken van algemeenen
aard opgenomen; veelal zijn de bekende oudere werken vermeld,
omdat die ook afschriften van stichtingsbrieven e.d. van de hofjes
geven.
Jan Wagenaar, Amsterdam in zijne opkomst, aanwas, geschiedenis
sen enz., 1760.
J. Craandijk, De Haarlemsche hofjes, 1904.
Frans van Mieris, Beschrijving der stad Leyden, 1762.
J. C. Overvoorde, Oude gebouwen te Leiden, 1907.
L. C. J. Roozen, Dit is Leiden, 1941.
Mr Jacob de Riemer, Beschrijving van 's-Gravenhage, 1730.
R. Boitet, Beschrijving van Delft, 1729.
J. C. Overvoorde, Oude gebouwen te Dordrecht, in Buil. Ned. Oudh.
Bond, 1912.
J. Walvis, Beschrijving van Gouda, 1714.
Mr S. Maller Fzn., Geschiedenis der Fundatiën, beheerd door het
College van Regenten der vereenigde Gods- en Gasthuizen te
Utrecht, 1900.
C. W. Wagenaar, Vrije woningen te Utrecht, 1913.
Arnhem zeven eeuwen stad. Officieel gedenkboek, 1933.
E. J. Diest Lorgion, Geschiedkundige beschrijving der stad Gro
ningen, 1852/1857.
W. Eekhoff, Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden, 1846.
Dr W. S. Unger, De monumenten van Middelburg, 1941.