HOOFDSTUK V
SLOTWOORD
tiet is begrijpelijk, dat bij den Bond Heemschut het ver
langen uitging, om op het programma van de Heemschut
serie bij de vele, reeds zoo bekende deeltjes, er een te
bestemmen voor de hofjes in Nederland. Voor talloozen
toch zijn hofjes instellingen, waarover men wel eens heeft
hooren praten sprak Hildebrand in „De Familie Kegge"
niet over het hofje van juffrouw Noiret? maar waarvan
men het rechte toch niet weet. Hoewel de voorafgaande
opsomming bij lange na niet volledig is, hoop ik, dat me
nigeen er toch door overtuigd zal zijn, dat ook onze oude
hofjes een bron van vreugde voor het oog kunnen zijn,
- waardoor hij eens te meer de schoonheid van ons land leert
erkennen en liefhebben.
Veel zou er nog over onze hofjes te zeggen zijn; vele zijn
slechts met een enkel woord of in het geheel niet gememo
reerd, hoewel ook deze in de harten hunner bewoners en
regenten ongetwijfeld een groote plaats innemen. Men dui-
de mij deze beperking niet euvelde beschikbare omvang
van dit boekje dwong tot eenige beknoptheid. Wie meer
van de geschiedenis onzer hofjes wil weten, raadplege het
litteratuuroverzicht.
De restauraties, welke den laatsten tijd verschillende hofjes
hebben ondergaan of zullen ondergaan, toonen aan, dat
zoowel bij de regenten als bij de steun verleenende over
heid het besef levendig wordt, dat verschillende dezer oude
gebouwen een onvervreemdbaar cultuurbezit voor ons volk
vormen. Het is de verdienste van den Bond Heemschut voor
het behoud van sommige dezer hofjes in woord en daad te
hebben geijverd.
ïn dit verband wil ik er nog op wijzen, dat eenigen tijd
geleden het initiatief is genomen tot het oprichten van een
zoogenaamde „Hofjes Vereeniging". Aan een toen gedane
oproeping van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond
101