aan het geheel een ietwat saaien aanblik geeft. Architecto
nisch is het niet van groot belang.
Anders is dit het geval met het Boshuizer Gasthuis aan het
Groote Kerkhof, dat gesticht werd door jonkvrouwe Anna
van Eijsinga, die gehuwd was met Philips van Boshuizen,
grietman van Het Bildt. In 1652, het jaar van het over
lijden van dezen haar tweeden echtgenoot, liet zij 19 huis
jes alsmede een voogdenkamer bouwen rondom een bleek
veld. Het hofje heeft een overdekten ingang, waarboven
een in zandsteen uitgehouwen engelenkopje en een steen
met de inscriptie AVE (Anna van Eysinga) en A°
MDCLII. De binnenplaats heeft een weinig voorkomenden,
langgerekten vorm; de huizen er om heen zijn grijs ge
pleisterd. Het geheel wordt afgesloten van het Groote Kerk
hof door een muur, waarin boven de poort het volgende
vers is aangebracht:
„Hetgeen hier staet, uyt nijt ojt haet doch niet beschout
Tot armoedts hulp en weduws troost is het geboudt".
Tenslotte vestig ik nog de aandacht op het fraaie poortje
van het Popta Hofje aan de Nieuwestad Z.Z., dat, geklemd
tusschen moderne winkelhuizen, niet zeer in het oog valt.
Het dateert van 1696 evenals het thans gesloopte hofje; in
1915 is het poortje gerestaureerd. De ingang is geflankeerd
door bergsteenen pilasters, welke met vruchtenfestoenen
zijn behangen. Ook de bekroning met gebeeldhouwde krul
len is opmerkelijk ën bevindt zich in goed geconserveerden
staat.
Van meer belang is het gelijknamige Popta Gasthuis te
Marssum (afb. 29), evenals de Popta Kamers te Leeuwarden
gesticht door Dr Henricus Popta, een godsdienstig lid van
de Doopsgezinde Gemeente, die in 1635 het levenslicht had
aanschouwd. Hij was in 1688 door aankoop eigenaar ge
worden van Heringa State te Marssum, waar hij zijn laatste
jaren doorbracht en in 1712 overleed. Nog bij zijn leven
had hij bepaald, dat een tehuis voor nooddruftige vrouwen
moest worden opgericht op de plaats, „welcke in sijn jonge
jeugd 't voorwerp van sijne kinderlijcke uytspanningen en
97
Nederlandsche Hofjes 7