en een kuifstuk. Twee cartouches herinneren aan de stich ting in 1668 en de vernieuwing in 1757. Het hofje kwam tot stand dank zij de goedgunstige beschikking van Berent Jansen Seilmaker en zijn vrouw Engeltjen Jacobs; in het opschrift aan den voorgevel heet de stichter Berent Jansen Seyltien. De stichtingsbrief dateert van 1646, maar eerst na het overlijden van Berent Jansen zou het hofje in zijn geheel tot stand komen. Achter een lange gang ligt een zonnig tuintje; het gebouw biedt, behalve den voorgevel, niets opmerkelijks. Over de brug van de Noorderhaven, in de Nieuwe Kijk int Jatstraat, duidt een inscriptie aan een rij lage huisjes aan, dat we ons bevinden voor het Anna Varwers Gasthuis. Het inschrift in zandsteen, vrijwel het eenige sieraad van deze huisjes, luidt als volgt: „Tot Godes eere en tot der wedwen onderhout Vrov Anna Varwers heeft dees woning hyr gebout Anno 1635". In den fundatiebrief, die op den 30sten Mei 1635 voor burgemeesters en raad van Groningen werd opgemaakt, verklaarde Anna Varwers, dat zij „uit vrien onbedwongen willen ter eere Godts tot onderholt van eenige behoeftige vrouwespersonen" een woning had doen bouwen vóór aan haar hof in de Jatstraat, bestaande uit twee ruimten, ieder met drie bedsteden, dus voor zes vrouwen in totaal. Tegen woordig is het hofje wat uitgebreid en bevinden er zich acht woningen, vier voor vrouwen van den Hervormden eeredienst en vier voor Roomsch-Katholieke vrouwen. Een portret van de stichteres is overgebracht naar het Museum van Oudheden, evenals de fraaie ijzeren geldkist, waarin vroeger ongetwijfeld het kapitaal van de stichting was op geborgen, dat nu wel in een prozaisch safe-loket zal zijn ondergebracht. Er zijn nog wel enkele hofjes behalve de reeds genoemde in Groningen geweest en enkele niet genoemde zijn nog in wezen, zij het thans in geheel moderne gebouwen on- 95

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 121