binnenplaatsen, maar om de tweede staan uitsluitend nieu
we huisjes. Het fraaiste van dit in andere opzichten even
eens aantrekkelijk geheel is de poort, die van 1644 dateert
en waarop staat gegraveerd, dat het gasthuis in 1695 en
1696 verbouwd is (afb. 30)de oorzaak hiertoe was de
verbreeding der stadswallen, die gedeeltelijk door het oor
spronkelijk complex kwamen te liggen. De poort vertoont
twee beelden, voorstellende een ouden man en een oude
vrouw met als onderschrift deze regels:
„Bespodt niet een out wijf ofte man
Niemant wyet waer 't hem toe comen can'
en voorts nog:
Van ouderdom en doot is Godt allein bevrijt
Alle andere dingen voranderen met daer tijt".
In de Oude Kijk in 't Jatstraat-(46) staat een oud hofje,
niet groot van omvang, dat blijkens een opschrift boven
den ingang in 1479 gesticht werd door „Syerd d' Mepsche,
wed. van Olto ter flansouwe". Het staat bekend als het
St. Annen- of Mepschen Gasthuis, omdat genoemde Syerd
het hofje stichtte ter eere van de Heilige Anna en de Hei
lige Elisabeth en „omme salicheit van de ziell" van haar
overleden man, eertijds burgemeester van Groningen, en
van haar ouders. Opmerkelijk is het, dat in de stichtings-
acte niet vermeld wordt, dat Syerd een dochter was uit het
geslacht De Mepsche, waaraan het hofje zijn naam ont
leent. En de Heilige Elisabeth is in den naam niet meer
terug te vinden. In 1786 is het Hofje vernieuwd en heeft
toen zijn tegenwoordig uiterlijk gekregen; er is nog een
heel klein tuintje achter het gebouw, waarin een poortje
met Lodewijk XIV boogvulling. Het gebouw, dat sterk af
wijkt van den traditioneelen hofjesvorm, kan 8 personen
herbergen.
Een zelfden voor een hofje ongewonen vorm heeft het zoo
genaamde Zeyls Gasthuis in de Visscherstraat (50). Van
de straatzijde stelt dit hofje zich voor als een woonhuis
van fraaien vorm, met een ingezwenkten halsgevel, krullen
94