heidszin prijzen van ons voorgeslacht, dat deze stichtingen
in het leven riep.
Er zijn verschillende bouwwijzen van hofjes te onderschei
den. De meest voorkomende en ook het meest het karakter
van een hofje weergevende, is die, waarbij de huisjes om
een binnenplaats of tuintje zijn gebouwd en waarbij een
poort of poortje toegang geeft tot het geheeleen navolging
dus van de oude begijnhoven. Bij de andere wijze zijn de
huisjes aan de openbare straat gebouwd en heeft ieder
huisje afzonderlijk verbinding met de buitenwereld. Vaak
zijn deze laatste soort van hofjes in het bezit van een achter
de huisjes gelegen gemeenschappelijken tuin, waardoor het
geheel dan toch aan de achterzijde het karakter van een
afgesloten hofje krijgt. Als voorbeelden zouden te noemen
zijn het Hofje van Pallaes te Utrecht of het Hofje van
Gratie te Delft. Maar vaak blijft het bij de laatste categorie
bij een rijtje huisjes van meer of minder architectonische
waarde, en aan dergelijke soms zeer eenvoudige huisjes is
het dikwijls niet te zien, dat zij deel uitmaken van een stich
ting, waarvan het tot stand komen vele eeuwen terug moet
worden gezocht. Men loopt licht deze huisjes voorbij,
vooral wanneer niet een gedenksteen de aanwezigheid van
zulk een hofje verraadt.
In dit verband moet er de aandacht op gevestigd worden,
dat er nog een ander soort hofjes bestaat, welke gevormd
worden door woningcomplexen aan de openbare straat, of
meestal daarvan door een nauwen toegang gescheiden.
Wij hebben hier het oog op de in den volksmond als hofjes
of hoven betitelde huisjes, die door particulieren of bouw-
vereenigingen zijn gebouwd met het oogmerk, om ze te
verhuren en die niet een of ander liefdadig doel beoogen,
maar louter als vermogensobject zijn te beschouwen. Een
geestig schrijver heeft het onderscheid tusschen de van ouds
gestichte hofjes en deze woningcomplexen als volgt uitge
drukt: „Hofjes zijn instellingen van weldadigheid; hoven
uitvindingen van krenterigheid. In een hof worden zooveel
13