tectonisch opzicht weinig belangrijke hofjes is het Brun-
tenhofje aan het Lepelenburg. Dit is een hofje voor brave
ouden van dagen van den Roomsch-Katholieken gods
dienst; het werd op 30 April 1621 door Frederik Brunt
gesticht. Het bestaat uit 15 huisjes, die echter slechts één
kamer bevatten; het ook al niet bijster groote hoofd- of
middengebouw wordt verhuurd; een fraai gebeeldhouwd
poortje verleent er toegang toe. Dit poortje bestaat uit twee
halfronde pilasters, die een fries dragen met een fronton,
waarboven een wapenschild in een médaillon, dat door
engelenfiguren gedragen wordt. Andere toepasselijke em
blemen worden eveneens door engelenfiguren ondersteund.
Bovenin staat het jaartal 1621 (afb. 26).
Hoe verder we van Holland verwijderd raken, hoe geringer
het aantal hofjes wordt in de groote steden, terwijl de
kleine steden en het platteland geen noemenswaardigen
oogst opleveren. In Gelderland is het vooral Arnhem, dat
nog een aantal stichtingen bezit, maar uiterlijk hebben deze
al heel weinig met de Hollandsche hofjes gemeen. Ze hee-
ten daar Weduwenhuizen, en als zoodanig noem ik het Van
Dorthmonds Weduwenhuis in de Beekstraat, waar uitslui
tend weduwen uit het St. Josefs- of timmermansgilde moch
ten worden opgenomen. Verder het Bentincks Weduwen-
huis in dezelfde straat en het thans afgebroken Nassau's
Weduwenhuis in de Kerkstraat, gesticht door Anna Mar-
garetha van Manderscheid, weduwe van Ludwig Gunther
van Nassau. In tegenstelling met deze uit gewone huizen
bestaande stichtingen heeft de Naell Tinnegieter Stichting
in de Broerenstraat nog eenigszins het karakter van een
besloten hofje. Het staat bekend als het Weduwenhuis
over den Broeren, omdat het in 1562 tegenover het Min
derbroederklooster werd gebouwd. Het binnenplaatsje zou
vroolijker zijn, indien het wat breeder was, de pleisterlaag
van de muren was verwijderd en het pleintje met bloemen
en planten was getooid.
Ook de IJselsteden hebben geen hofjes, die een uitvoerige
89
*- -X- -X-