87
27). Boven den ingang is het volgende versje te lezen:
„Maria van Palleas door liefde Goodts gedreven
Heeft, doen sij weduw 'was van d' Heere Schroyesteyn,
Dees Cameren gesticht, eenich onderhout gegeven,
Niet achtend swerels gonst maer Plaets in shemels Pleyn"
De wapens van Pallaes en Schroyenstein bekronen dit versje
en ook boven elk der deuren zijn deze wapens aangebracht.
Het hoofdgebouw, dat vroeger als regentenkamer dienst
deed, bevatte eertijds een schoorsteenmantel met een schil
derstuk van H. Bloemaert, voorstellende de stichteres, om
ringd door haar kinderen, brood uitdeelend aan de armen
dit schilderij bevindt zich tegenwoordig in het Museum.
Het hofje maakt een zeer verzorgden indruk en vooral het
poortje van het hoofdgebouw van zandsteen met ramen,
voorzien van smeedijzeren traliewerk, is de moeite waard
om te bezichtigen.
Rondom den hoek van de Agnietenstraat, in de Lange
Nieuwstraat, treffen we een rijtje huisjes aan gelijk aan
dat van de stichting van Pallaes, maar kennelijk van hoo-
geren ouderdom. Het zijn de Beyerskameren, welke hun
naam danken aan Adriaen Beyer, die met zijn vrouw Alijt
Jans dochter de Bruin bij testamentaire beschikking van
2 October 1594 gelden beschikbaar stelde voor het bouwen
van een aantal huisjes, bestaande uit twee vertrekken, be
stemd voor oude lieden van den Protestantschen of
Roomsch-Katholieken Godsdienst. Op geregelde tijden zou
den de oudjes uitkeeringen of preuven krijgen in den vorm
van tarwe, kaas en turf. Blijkens het jaartal in den gevel
van het fraaie poortje in het middelste der huisjes is de
stichting in 1597 tot stand gekomen, in welk jaar het lief
dadig echtpaar dus reeds moet zijn overleden. Het hofje
heeft ongetwijfeld een schilderachtig aanzien met zijn
groene luiken, beige geverfde huisjes en met leliën ver
sierde zwarte muurankers; als er op een stillen zonnigen
najaarsmiddag de oude vrouwtjes voor hun huisjes zitten,
kan men zich in een of ander straatje te Kortrijk bij de
kantklossers wanen.