(grens) worden gemaakt. Omtrent de nadere vast
stelling van de banscheiding is een afzonderlijke
akte opgesteld in 1428. Beide origineele documen
ten betreffende Hilversums stichting als zelfstandig
dorp, worden nog in het gemeente-archief bewaard
en zijn bij den grooten brand van 1766 uit het bran
dende rechthuis gered door den buurmeester Hen
drik de Blinde. Aan den Baljuw Splinter van Nyen-
rode werd opgedragen de banscheiding te maken.
Deze banscheiding werd bepaald door een dijk, die
gedeeltelijk nog bestaat. Een groot deel van dien
grensdijk is vrij goed te zien als wij bij de leem-
groeve, westelijk van de schaapskooi op den Aard-
jesberg, gaan staan en kijken over de heide in onge
veer zuid-oostelijke richting.
Eenige jaren voordat Hilversum een afzonderlijk
dorp werd, was reeds op kerkelijk gebied een schei
ding tusschen Laren en Hilversum tot stand geko
men. Men voelde het namelijk als een bezwaar dat
de Larensche kerk (op het Sint Janskerkhof) die
ook voor de Hilversummers als parochiekerk dien
de, door den afstand en slechte wegen zoo moeilijk
te bereiken was. Bovendien groeide Hilversums in
wonertal gestadig. In 1416 werd toen door den Bis
schop van Utrecht, Frederik van Blankenheim, de
reeds in Hilversum bestaande kapel tot parochie
kerk verheven.
Waarschijnlijk tegen het einde van de 15de eeuw
is een nieuwe kerk gebouwd ter vervanging van de
oude kapel. Volgens oude afbeeldingen moet het
een mooie dorpskerk zijn geweest. In 1581 werd het
gebouw voor den Hervormden godsdienst bestemd.
Door den grooten brand van 1766 werd de kerk
grootendeels vernield, maar kon, daar het muurwerk
75