Ofschoon Bussum tegen het einde der 18de eeuw
nog slechts uit 47 huizen bestond en ongeveer 200
inwoners telde, leefde toch bij de meeste ingezete
nen het verlangen naar zelfstandigheid van het
dorp. In 1795, het eerste jaar van de Bataafsche
Republiek, maakten de Bussummers van de toen
malige vrijheidsleuzen gebruik, door in hun dorp
op eigen gezag een zelfstandig bestuur te vormen.
Men weigerde aan Naarden verder belasting te be
talen. Naardens bestuur liet het er niet bij zitten
en protesteerde over het gedrag der Bussummers
bij de Provisioneele Representanten van Holland.
Bij Publicatie van 24 Februari 1796 werd toen de
eigenmachtig gevormde „municipaliteit" van Bus
sum verboden. De Bussummers wilden zich echter
niet onderwerpen en hebben eenige jaren in hun
opstandige houding kunnen volharden. Ze richtten
zelfs in 1802 een eigen veerschuitdienst op Amster
dam op.
Eerst in 1804 greep het Bestuur van Holland bij
Resolutie van 11 April van dat jaar krachtiger in
en werd het den Bussummers duidelijk gemaakt dat
ze onder het rechtsgebied van Naarden behoorden.
Nog een tijdlang bleef het bij onderlinge wrijvin
gen, totdat den 11 den October 1808 de kwestie van
hoogerhand werd bijgelegd.
Eenige jaren hooren we niets van verdere Bussum-
sche zelfstandigheidsplannen. De algeheele toe
stand des lands was zeer ongunstig te noemen, zoo
dat plaatselijke belangen op den achtergrond ge
raakten.
Gedurende het beleg van Naarden van 17 Novem
ber 1813 tot 12 Mei 1814 moest Bussum aan zijn
eigen lot worden overgelaten. Dit beleg bracht veel
67