perkt tot enkele boerenhoeven. Aan een dier hoe
ven, die in 1570 eigendom was van Paulus van Loo,
Baljuw van Gooiland, dankt de bekende „Hofstede
Oud-Bussem" haar ontstaan. Uit Nieuw-Bussum is
het dorp gegroeid.
Intusschen was de ligging van Bussum in de nabij
heid van de vestingstad ongunstig voor den groei
van het dorp. Bij krijgsbedrijven in het Gooi, die
zich meestal op Naarden richtten, had het dorp
meer dan de andere Gooische dorpen van brand
schatten en plunderen te lijden. Verder is Bussum
door Naarden altijd stiefmoederlijk bedeeld ge
weest. Zoo werd sinds de 17 de eeuw het uitoefenen
van een ambacht verboden, omdat men in Naarden
bevreesd was voor concurrentie. Slechts twee in
gezetenen was het geoorloofd een winkel te hou
den, indien tenminste de artikelen uit Naarden
werden betrokken. Ook werd er nooit aan gedacht
een Bussummer te benoemen om in het stadsbestuur
zitting te nemen.
De groote weg van Amsterdam over Naarden naar
Amersfoort liep tot ver in de 17 de eeuw door Bus
sum. Deze weg, die oudtijds de Kerkweg heette en
van Naarden nog te volgen is als Thierensweg,
Lambertus Hortensiuslaan en Brinklaan, is van in
vloed geworden voor Bussums plattegrond. Even
voorbij Bussum splitste de weg zich in drieën. Van
hier ging dan behalve de weg naar Amersfoort, een
weg naar Hilversum en een naar Utrecht. De weg
naar Amersfoort ging dwars over de heide, midden
tusschen Hilversum en het Sint Janskerkhof, in de
richting van de Hooge Vuursche, terwijl de weg
naar Utrecht leidde over de Dreuvick (tegenwoor
dig Trompenberg) en verder westelijk langs Hil-
62