HOOFDSTUK IV
HE7 VISSCHERSDORP HU1ZEK
E en zekere ongedwongenheid die we in Laren en
Blaricum vinden, missen we in Huizen. Hier is alles
stemmig en fatsoenlijk. Van uitbundigheid is dus
geen sprake. Wellicht komt dit, doordat Huizen een
streng-Calvinistisch dorp is. Van alle Gooische dor
pen heeft Huizen echter het langst een eigen karak
ter weten te behouden en eerst in de laatste jaren
dringt ook hier steeds meer de moderne tijdgeest
door.
Hoewel door de gedeeltelijke drooglegging van de
Zuiderzee de visscherij sterk is achteruitgegaan,
denken we ons Huizen altijd nog in de eerste plaats
als visschersdorp. Toch is de visscherij niet altijd
hoofdmiddel van bestaan in Huizen geweest. Nog
in de 18de eeuw vormde landbouw het belangrijkste
bestaansmiddel. Behalve de overal in het Gooi ver
bouwde gewassen zooals rogge en boekweit, werden
vooral rapen geteeld. Tot ver in de 19de eeuw wer
den de rapen voornamelijk in Amsterdam aan den
man gebracht. Bejaarde Amsterdammers zullen
zich ongetwijfeld nog wel de Huizer boeren her
inneren die met lange of ronde rapen op kruiwa
gens geladen in de hoofdstad ventten.
In oude boeken kunnen wij lezen dat vroeger na
den landbouw, weverijen en spinnerijen als bron
van bestaan te Huizen in aanmerking kwamen. In
die weverijen vervaardigde men grove stoffen, zoo
als dweilen en verder spon men katoen tot pitten
48