Vele andere bekende schilders en schilderessen zoo
als Aug. Allebé, Jan van Essen, Arina Hugenholtz,
J. S. J. Kever, Wally Moes, Willem Steelink, kwa
men veel in Laren werken of er zich vestigen. Voor
al na 1900 ontwikkelde Laren zich tot een alom
bekend kunstenaarsdorp.
Tot het einde der 18de eeuw behoorde Blaricum
gerechtelijk onder Laren, hoewel het dorp sedert
onheuglijke tijden een eigen bestuur had. Een volle
dige scheiding met Laren kwam in 1795 tot stand.
Evenals Laren telde vroeger ook Blaricum weinig
Hervormden. Dezen kregen sinds 1581 de kerk
in gebruik, terwijl de Katholieken, gelijk elders in
het Gooi, langen tijd genoodzaakt werden in het
geheim hun godsdienstoefeningen te houden. De
oude kerk is waarschijnlijk in het begin van de 16de
eeuw gebouwd, mogelijk ter vervanging van een
kapel. Volgens een oude beschrijving werd Blari
cum op 26 Maart van het jaar 1696 door een groo-
ten brand geteisterd. Binnen twee uur tijds zouden
meer dan 30 huizen alsmede de kerk en toren, in
de asch zijn gelegd. Bij die gebeurtenis zouden de
grafzerken in de kerk door de hitte in stukken zijn
gebroken. Het is echter bevreemdend, dat het uit
1661 dateerende eikenhouten doophek en de onge
veer even oude preekstoel niet door dien brand ver
nield zijn. In dit verband is ook opmerkelijk, dat
blijkens een mededeeling in het „Kabinet van Ne-
derlandsche en Kleefsche Oudheden" (1727—'33)
nog in 1714 in den toren een klok hing met het j aar
tal 1514. Het lijkt ons daarom het meest waar
schijnlijk dat, ofschoon die geweldige brand van
1696 wel een historisch feit is, de verwoes-
43