verbouwd werd, kon men des zomers in de eng veel
genieten. De velden wit bloeiende boekweit boden
een fraaien en schilderachtigen aanblik. Bijna de
helft van het Gooische bouwland was vroeger be
stemd voor boekweit. Als gevolg van dezen aan
zienlijken boekweitverbouw werden er veel bijen
gehouden. De snelle toename der bevolking bracht
ook een geweldige vermeerdering van den mus-
schenstand. Immers waar menschen zich vestigen,
daar komen ook musschen. Deze groote liefhebbers
van boekweit deden menigen oogst mislukken. Sinds
verscheidene jaren heeft men daarom het verbou
wen van boekweit gestaakt en dientengevolge weer
moest ook het bijenhouden sterk ingekrompen wor
den. Hier en daar treft men nog wel enkele ver
laten oude bijenschansen aan. Zoo'n bijenschans is
vierkant en omgeven door een aarden walletje
waarop eikenhakhout groeit.
Rogge, aardappelen enz. worden nog veel in het
Gooi verbouwd.
Vóór de opening van den spoorweg in 1874 was
het een heele onderneming om bijvoorbeeld van
Amsterdam een reisje naar het Gooi te maken.
Toch vertoefden hier des zomers wel enkele pen
siongasten. Dezen hielden verblijf in de weinige
herbergen, die er waren of ze huurden een optrekje.
In tegenstelling met wat tegenwoordig den pension
gasten geboden wordt, schijnen comfort en zinde
lijkheid niet altijd tot de eerste deugden van de
oude Gooische herbergen te hebben behoord. De
herbergen zijn deels verdwenen, deels uitgegroeid
tot moderne hotels, waarin weinig of niets van een
oude dorpssfeer meer te bespeuren valt.
Behalve in 's Graveland trof men vóór 1874 in de
30