DE GOOISCHE
DORPEN
Tot het jaar 1874, toen de spoorlijn
van Amsterdam naar Hilversum tot
stand kwam, was het Gooi een lande
lijk en weinig bezocht gebied. Alleen
in 's Graveland vond men buiten
plaatsen van rijke Amsterdammers.
Pas in de 19de eeuw ontdekten de
schilders de schoonheid van bosch en
heide. Over het rustige leven in de
Gooische dorpen, waar men de kost
verdiende met landbouw en weverij,
vertelt dit boekje. Ook krijgt de lezer
een blik in de bewogen historie van de
vesting Naarden. Er wordt op gewe
zen, wat er is overgebleven van lan
delijke dorpsaanleg en huizenbouw;
de oude dorpskerken en raadhuizen
worden besproken.
De forensen, die hun woonplaatsen
slechts kennen als groote villadorpen
met stadsche allures, kunnen zich met
dit boek vermeien inde rust van vroe
ger tijden en leeren de plekjes ken
nen, waar nog iets te zien is van de
oude schoonheid naast het vele nieu
we van tegenwoordig.