103 Dr J. J. G. J. Mol, Hilversum en de Trompenberg. Utrecht, 1876. Nederlandsch Magazijn. Jaargang 1860, bladz. 64. Pastoor G. I. J. Nieuwenhuis, Bijdrage tot de oude geschie denis van het Gooiland en vooral van Laren. Eerste deel, Hilversum, 1908. Tweede deel, Amsterdam, (1912). L. van Ollefen, De Nederlandsche stad- en dorpbeschrijver. Derde deel. Amsterdam, 1795. Ons eigen land. Eerste deel. Uitgave van den A.N.W.B., 1908. Prof. Peerlkamp en A. Perk, Aanteekeningen enz. op L. Hor- tensius' Opkomst en ondergang van Naarden. Utrecht, 1866. A. Perk, Verslag omtrent den oorsprong en den aard der ge- bruikregten op de heiden en weiden in Gooiland. Arnhem, 1842. Dr Henri Polak, Tusschen Vecht, Eem en zee. Hilversum, (1934.) H. Potter, Wandelingen en kleine reizen door sommige ge deelten van het vaderland. Tweede deel. Amsterdam, 1809. Prof. J. A. de Rijk, e.a., Wandelingen door Gooi- en Eem- land en Omstreken. Hilversum, 1905. J. B. Rodenburg, De grenzen van het Gooi. Hilversum, 1938. J. E. C. Schook, Een stukje dorpsgeschiedenis van Hilversum, 1766-1882. Hilversum, 1895. Dr J. H. Sebus, De Erfgooiers en hun gemeenschappelijk be zit (tot 1568). Amsterdam, 1934. J. L. Terwen, Het Koninkrijk der Nederlanden. Eerste deel. Gouda, (1858). Volks-letterkunde, elfde deel, no. 27 en 34. Amsterdam, 1861. (J. Wagenaar), Tegenwoordige staat der vereenigde Neder landen. Achtste deel. Amsterdam, 1750. Weesper- en Gooische Volks-alamanak. Jaargang 1860 en 1861.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 124