102
Ds. F. W. Drijver, Opkomst en bloei van Gooi- en Eemland.
Bussum, 1913.
Eigen Haard. Jaargang 1876, bladz. 108-111.
(C. van Engelen,) De philosooph. Eerste en tweede deel. Am
sterdam, 1766.
Dr D. Th. Enklaar en dr A. C. J. de Vrankrijker, Geschiede
nis van Gooiland. Amsterdam 1939-1941.
Dr D. Th. Enklaar, Middeleeuwsche rechtsbronnen van Stad
en Lande van Gooiland. Utrecht, 1932.
A. N. J. Fabius, Geschiedenis van een honderdjarige. Bus
sum, 1917.
Gedenkboek Hilversum 1424-1924. Door de Gemeente Hil
versum in 1924 uitgegeven.
Het Gooi, jaarboekje voor geschiedenis en plaatsbeschrijving,
onder redactie van G. L. Heek. Hilversum, 1906.
C. L. Heek, Overzicht van de geschiedenis der vaarten in het
Gooi. (Ongedateerd.)
Heemschut. Jaargang 1936, no. 2 en 9 en jaargang 1939, no. 4.
Dr J. F. van Hengel, Geneeskundige plaatsbeschrijving van
het Gooiland, 's Gravenhage, 1875.
L. J. v. d. Heyden, pr., Katholiek Hilversum voorheen en
thans. Hilversum, 1917.
Hollandsch Penning-Magazijn voor de Jeugd. Derde jaar
gang, bladz. 329 en 330. 's Gravenhage, 1837.
„Hilfert", Gooische omtrekken. Artikelen in „Vooruit", Vrij
zinnig Nieuwsblad voor het Gooi. (1917.)
Dr L. J. F. Janssen, Hilversumsche oudheden. Arnhem, 1856.
J. Konijnenburg, Nationaal gedenkboek der hernieuwde Ne-
derlandsche unie. 's Gravenhage, 1816.
Isaac le Long en Abr. Rademaker, Kabinet van Nederland-
sche en Kleefsche Oudheden. Zesde deel. Amsterdam, 1733.
E. Luden, Het Gooi en de erfgooiers. Hilversum, 1931.
Mededeelingen van het museum voor het Gooi en omstreken.
Jaargang 1941 en 1942.