dan de totaal vergane overblijfselen aangetroffen
van een menschelijk lichaam, dat in eenigszins ge
hurkte houding liggend was bijgezet. In de graven
werden soms enkele voorwerpen gevonden, zooals
aarden bekers, die naar hun vorm klokbekers wor
den genoemd. Om de cultuur betreffende boven
genoemde praehistorische graven nader aan te dui
den, spreekt men gewoonlijk van klokbekercultuur.
De klokbekercultuur heeft een groot verspreidings
gebied in Europa gehad. Waarschijnlijk zijn de
klokbekermenschen een soort nomaden geweest,
zoodat ze nergens een vaste woonplaats hebben ge
had. Hun aanwezigheid in het Gooi schijnt van
korten duur te zijn geweest.
In het begin van onze jaartelling werd het Gooi
door Germanen bevolkt. Dezen hebben de tot lage
heuveltjes vergane grafmonumenten der bekercul
tuur eveneens als begraafplaats gebruikt; hun doo-
den werden, na verbrand te zijn, meestal in urnen
bijgezet en zoo boven in de heuveltjes begraven.
Waar nu het Sint Janskerkhof bij Laren is, moet
vroeger de centrale Germaansche offerplaats van
deze streek geweest zijn.
Het begin van de vroege middeleeuwen meenen wij
voor het Gooi ongeveer in de 7 de eeuw te moeten
stellen. Uit die eeuw waarschijnlijk dateeren de gra
ven die in 1917 bij werkzaamheden voor den bouw
van een fabriek bij den Liebergerweg te Hilversum
zijn gevonden. Te oordeelen naar de graf giften, be
staande uit aarden potjes, kralen, een glazen kelkje,
bronzen sieraden en resten van ijzeren zwaarden,
zijn die graven vermoedelijk van Frankischen oor
sprong. Verder is ten oosten van de Crailosche brug
bij Hilversum tijdens de opgravingen in Juni 1934
8